Skip to main content

Sg. De Grundel

Scholengemeenschap De Grundel is een interconfessionele school voor lwoo, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. De school is gehuisvest op vier locaties in het centrum van Hengelo, elk met een eigen gezicht. In totaal zijn er acht monumentale kunstwerken geïnventariseerd, verspreid over drie locaties.

Sg. De Grundel, Bataafse kamp, Hengelo (Ov)

Jo Gijsen - Zonder titel; Gestileerde kei op een granieten sokkel
Instelling : Sg. De Grundel
Locatie : Bataafse kamp
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Zonder titel; Gestileerde kei op een granieten sokkel
Techniek/materiaal : De steen bestaat uit gelaagd kwartsiet in een amorf gesteente
Afmeting : 60 cm ; De sokkel meet 45 cm x 45 cm x 45 cm
Plaats : In de vestibule van de locatie
Kunstenaar : Jo Gijsen
Datering : Onbekend

Geschiedenis:
Onder de "binnenkunst" in de Carmelscholen neemt de sculptuur door haar hermetische abstractie een aparte plaats in. Het werk is in 1982 aangeschaft door het bestuur en de directie van de MAVO Willem van Oranje. De aanschaf kwam voort uit de percentageregeling bij de nieuwbouw van de school die in 1973 (!) voltooid was. Destijds overwoog men de plaatsing van een object buiten bij een zitkuil. Nadat dit plan verlaten was, is veel later, op advies van Kunst en Bedrijf, uit drie kunstenaars de keuze op Jo Gijsen gevallen. Hij heeft in november 1981 de school bezocht. De stenen sculptuur heeft men gekozen ter plaatsing in de grote hal met open trap waarin ze door de lichtval goed tot haar recht kon komen. De harmonische uitstraling ervan zou bovendien goed contrasteren met het drukke verkeer van leerlingen in de hal. En de sculptuur legt een zekere relatie met de vele zwerfkeien in deze regio (bijvoorbeeld te zien in het Arboretum van De Lutte en langs de A1).
De sokkel is vervaardigd door een Twents steenhouwer in overleg tussen hem, Gijsen en de schoolleiding.
De MAVO Willem van Oranje is, na een fusie met de Jan van Nassau MAVO tot Oranje Nassau School voor christelijk voortgezet onderwijs, opgegaan in het Ichtuscollege, locatie Hengelo, die nu deel uitmaakt van De Grundel. Het beeld is meegenomen van de Paul Krugerstraat naar De Bataafse Kamp toen dit gebouw als VMBO-locatie door De Grundel in gebruik werd genomen.
 
Jo Gijsen
Jo (Johannes Leonardus Christiaan Maria) Gijsen (Eindhoven 1943) werd na een opleiding tot meesterschilder en avondlessen aan de Eindhovense Academie voor industriële vormgeving bij de schilder Kees Bol in 1965 toegelaten tot het vijfde jaar van de Academie te Antwerpen. In de jaren 1965 -1967 studeerde hij in dezelfde stad aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. In 1967 vestigde hij zich in Middelbeers, in 1982 in zijn huidige woonplaats Eindhoven.
In 1968 begon hij beelden te maken door het lassen van metalen. Na een motorongeluk beperkt in zijn bewegingen, ontdekte hij in 1971 het hakken in steen als iets dat hij op schoot kon doen: de beeldhouwer Gijsen werd geboren.
Zijn vaardigheid snel ontwikkelend, bracht Gijsen de concepten die hij eerder in ijzer uitvoerde, over op steen. Zo ontstonden sculpturen van ongelijksoortige materialen, die bovendien sterk uiteenlopend bewerkt zijn.
Vanaf 1974 maakt Gijsen steeds vaker sculpturen waarin maar een klein deel van de steen wordt geschuurd of gepolijst: een suggestie van de binnenkant van de steen tegenover de ruwe buitenkant. De beeldhouwer, de materie "humaniserend", maakt daarbij steeds vaker toespelingen op de menselijke verschijning: de ruwe bast wordt kleding, omhulling; het bloot gelegde gladde deel is de kern, het naakte bestaan.
Tegen 1980 ontstaat steeds meer ruimte voor het beeld dat alleen zichzelf tot onderwerp heeft; het anekdotische karakter uit zijn werk verdwijnt. Het beeld toont uitsluitend de sporen van de ambachtelijke steenbewerking: gaten van de perforatieboor, breukvlakken, geschuurde en gepolijste vlakken en dat soms alles te samen. De nadruk ligt op de oerkracht en ontoegankelijkheid en tegelijk natuurlijke rijkdom van de materie steen. (Gegevens ontleend aan José Boyens, De druppel holt de steen uit. Elf Nederlandse beeldhouwers. Uitg. Van Spijk, Venlo, 1986; niet meer informatie maar wel veel afbeeldingen in Hans van der Grinten, Jo Gijsen, beelden 1968 - 1990. Verschenen bij de gelijknamige tentoonstelling in het Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint-Jan' 2 juni t/m 8 juli 1990. ISBN 90-6829-030-4)
In De Bataafse Kamp is veel meer, vaak interessante, kunst aanwezig. Ze is hier echter niet opgenomen, omdat ze eigendom is van de gemeente Hengelo, waarvan De Grundel het gebouw De Bataafse Kamp huurt in afwachting van definitieve huisvesting van het VMBO.

Sg. De Grundel, Deurningerstraat, Hengelo (Ov)

Joop A. Puntman - De verschijning van Maria aan de kinderen van Fatima; De vrijheid van de jeugd
Instelling : Sg. De Grundel
Locatie : Deurningerstraat
Aard van het object : Twee reliëfs
Voorstelling/titel : De verschijning van Maria aan de kinderen van Fatima; de vrijheid van de jeugd
Techniek/materiaal : Chamotteklei
Afmeting : De Mariavoorstelling meet 300 cm x 200 cm; De vrijheid van de jeugd meet 250 cm x 400 cm
Plaats : De Mariavoorstelling zit aan de voorgevel; De vrijheid van de jeugd aan de zijgevel
Kunstenaar : Joop A. Puntman
Datering : 1960

dd

Geschiedenis:
De werken zijn gemaakt in het kader van de percentageregeling en in opdracht van het toenmalige schoolbestuur van de Sint Lambertusparochie, die de nieuwe Ulo-school Onze Lieve Vrouw Fatima voor meisjes stichtte; deze ULO-school is in het juniorcollege opgegaan.
 
Bijzonderheden:
De figuren zijn als een geheel gevormd uit chamotteklei en na een droogtijd weer in stukken verdeeld. Na het drogen zijn de figuren geglazuurd en vervolgens gebakken ( bij ongeveer 1100 graden Celsius). Door een speciale menging in de glazuren toe te passen heeft de ontwerper bereikt dat de deze zijn gaan craqueleren en daardoor een levendige structuur vertonen.
Van de oprichting van de school en over de kunstopdracht zijn krantenartikelen in kopie aanwezig in het archief van De Grundel. Daaruit nog de volgende informatie, waarin de kunstenaar door de krant wordt geciteerd.
Twee onderbenen van de veulens van het vrijheidsreliëf zijn beschadigd.
 
De verschijning van Maria aan de kinderen van Fatima
  De R.K. kerk houdt het voor waar (zonder dat als een geloofswaarheid aan te merken) dat Maria, de moeder van Jezus, in 1917 zes maal te Fatima (Portugal) is verschenen aan de kinderen Lucia de Jesus (9), haar neefje Francisco (8) en haar nichtje Jacinta (6). De verschijningen begonnen op 13 mei van dat jaar en herhaalden zich elke dertiende van de maand tot en met oktober. Een zeer interessant artikel over het fenomeen verschijning ("Volksreligiositeit of psychopathologie? De verschijningen van O.L. Vrouw van Beauraing, België, 1932 - 1933") is te vinden in: Jozef Corveleyn, De psycholoog kijkt niet in de ziel; thema's uit de klinische godsdienstpsychologie. Uitgave van het Katholiek Centrum voor Geestelijke Volksgezondheid, Tilburg 2003.
 
Informatie
"Op de [Fatima-]voorstelling heeft Maria haar hoofd gewend naar het meisje Lucia, dat aan [haar] iets schijnt te vragen. Lucia was het immers die altijd met Maria praatte. De tweede figuur Jacinte bidt, terwijl de jongen Francesco gespannen toekijkt, niet wetend wat er gebeurt. Maria staat op een gestileerde wolk. Verder zijn voor een verantwoorde compositie nog een lam, twee vogels en een boom in de voorstelling opgenomen."
"De vrijheid van de jeugd wordt voorgesteld door twee veulens die geheel vrij over het muurvlak dartelen. Hiermee tracht de ontwerper de vrijheid van de jeugd die de ULO bezoekt om daarna hun weg in het leven te kiezen, uit te beelden. Om eenheid te verkrijgen met de architectuur der school is het geheel gestileerd in de gevel, waarbij de bakstenen tussen de figuren doorspelen."
 
Joop A. Puntman
Joop A. Puntman (Haalderen 1934) genoot zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst te Arnhem met als hoofdvakken monumentale en toegepaste kunst. Hij is hoofdontwerper van de stichting "Het Ambacht Haalderen". Hij heeft reliëfs gemaakt voor scholen in Elst en Gendringen, voor een fabriekshal in Nijmegen. Kleinere kunstwerken van hem zijn te vinden in scholen in Bemmel, Velp, Dieren, Varseveld. Ook maakt hij graffitoversieringen, glasapplicaties en muurschilderingen, schalen en vazen.
Hans Morselt - Boter karnen
Instelling : Sg. De Grundel
Locatie : Deurningerstraat
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Boter karnen (twee kinderen met de ruggen tegen elkaar en de armen gestrengeld die elkaar om en om optillen)
Techniek/materiaal : Staal
Afmeting : 250 cm x 70 cm x 220 cm
Plaats : Buiten voor het atrium, de centrale ruimte voor de leerlingen
Kunstenaar : Hans Morselt
Datering : 1968

Geschiedenis:
Het werk is aangeschaft in het kader van de percentageregeling bij de opening van de LHNO-school Het Tichelwerk, die in het Juniorcollege van De Grundel is opgegaan.
 
Bijzonderheden:
Het werk beeldt een (Twents?) kinderspel uit waarbij twee kinderen, met hun ruggen tegen elkaar staand en hun armen gestrengeld, elkaar om en om optillen.
Het werk is oorspronkelijk geschilderd in helder rood, geel en blauw.
Een tweede exemplaar van de sculptuur heeft jarenlang op een schoolplein in Maarssen (Utrecht) gestaan. De school had geen geld voor een noodzakelijke restauratie en daarop heeft Morselt het beeld in 2005 teruggenomen en het 'voor een prikkie' aan de gemeente Enschede verkocht. Die heeft het in een plantsoen geplaatst.
 
Hans Morselt
Hans Morselt (Enschede 1929) heeft zijn opleiding "monumentaal kunstenaar" genoten aan de Academie Kunst en Oefening te Arnhem en aan de AKI in Enschede in de jaren vijftig van de vorige eeuw; hij heeft o.a. les gehad van Johan Haanstra. In het begin van zijn loopbaan, dwz van 1956 tot 1965, is hij tekenleraar geweest aan resp. het toenmalige Geert Groote College te Deventer, aan het Marianum te Groenlo, aan De Grundel in Hengelo en aan een sociale academie. In 1962 heeft hij de Gerard ter Borchprijs van de provincie Overijssel verworven.
Hans Morselt heeft bij voorkeur gewerkt in glas: glas in beton, glas in lood en glas appliqué; nu deze kunstvormen weer meer in zwang zijn, heeft hij recent glasramen gemaakt voor het verpleeghuis Wiedenbroek in Haaksbergen, het Twents Psychiatrisch Ziekenhuis Helmerhoek in Enschede en het Aldi-distributiecentrum in Ommen. Hans Morselt heeft ook wandschilderingen, wandreliëfs, binnen- en buitenobjecten gemaakt, o.a. in 1977 stenen sculpturen voor de Volkshogeschool Het Witte Huis in Borne en in 1979 de qua vormtaal verwante grote staalsculptuur Satz in Enschede). Bekend (en nagemaakt!) zijn zijn kijk-, klim en speelelementen waaronder een reeks van dierfiguren. Morselt maakt ook speelgoed voor het Montessorionderwijs.
Door de aard van zijn, plaatsgebonden, werk heeft Hans Morselt weinig geëxposeerd; voor het laatst deed hij dat samen met Martin Stolk in 2000 in Slovenië.

Sg. De Grundel, Grundellaan, Hengelo (Ov)

Jac. Maris - Jongen en meisje
Instelling : Sg. De Grundel
Locatie : Grundellaan
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Jongen en meisje
Techniek/materiaal : Het bronzen beeld staat op een sokkel van amorfe steen
Afmeting : 125 cm x 60 cm; de sokkel, bestaande uit vier blokken, waarvan de bovenste wat breder en dieper dan de overige, meet 120 cm x 55 cm x 55cm
Plaats : Buiten in het gazon aan een zijkant van de school (Nijhofslaan)
Kunstenaar : Jac.Maris
Datering : 1956

Geschiedenis:
Het beeld is aangeschaft bij gelegenheid van de uitbreiding van de school in 1956; vrijwel zeker in het kader van de percentageregeling
 
Bijzonderheden:
Van de kunstenaar is ook een houten beeld Maria met kind aanwezig geweest in de vroegere kapel van de school; het beeld is nog in het bezit van de school maar moet nog herplaatst worden.
 
Jac Maris
Walter Jacques Maris (Maagdenburg 1900 - Nijmegen 1996) was de zoon van Jacob Maris, de oudste van de drie gebroeders Maris van de Haagse School. Hij studeerde in Kleef, Düsseldorf, München, Londen en Parijs en aan de academie van Arnhem. Tot 1924 verbleef hij in Wenen om zich daarna in Nijmegen te vestigen. Vanaf 1969 woonde en werkte hij in Heumen bij Nijmegen.
Maris was beeldhouwer en tekenaar; hij werkte onder andere met brons, steen, majolica en terracotta.
Maris, in de jaren dertig katholiek geworden, heeft veel religieuze kunst gemaakt. Zijn goede relatie met de geestelijkheid, vooral de Dominicanen maar ook de Karmelieten, heeft daartoe zeker bijgedragen. Vooral in kerken en klooster in en om Nijmegen is veel werk van hem te vinden. Hij maakte bijvoorbeeld werk voor het (voormalige) klooster Albertinum van de Dominicanen in Nijmegen en de monumentale kruiswegstaties (reliëfs van geglazuurde baksteen) op de Kapelberg in Bergharen. Maris heeft ook de kruiswegstaties gemaakt in het processiepark van Bonifatius te Dokkum, dat mede door toedoen van Titus Brandsma al voor de Tweede Wereldoorlog is aangelegd. Onderbroken door de oorlog voltooide Maris deze creatie eerst in 1949. (Sinds juni 2004 staat in dit park een in brons gegoten monument voor Titus Brandsma, gemaakt door de Friese beeldhouwster Natasja Bennink in opdracht van het bisdom Groningen. Zie het mooie boekje (met DVD) Theo van Egeraat (red.), Bezielde klei. Inspiraties in woord en beeld rond het ontstaan van een monument voor Titus Brandsma door Natasja Bennink. Uitg. theOart, Groningen, 2004. ISBN 90-809050-1- 1).
Over Maris bestaat (nog) geen monografie, maar in Heumen (Looistraat 57) is het atelier waar hij zo'n zeventig jaar gewerkt heeft, heringericht tot het Jac Maris Museum. Aldaar is veel documentatie te vinden, vooral uit latere jaren, als mede een groot aantal sculpturen, keramische plastieken en een selectie van (intussen gerestaureerde) tekeningen uit zijn nalatenschap.
Albert Troost - Lofbetuiging op de natuur
nstelling : Sg. De Grundel
Locatie : Grundellaan
Aard van het object : Muurschilderingen
Voorstelling/titel : Lofbetuiging op de natuur
Techniek/materiaal : Muurschilderingen
Afmeting : Het kunstwerk bestaat uit twee afzonderlijke schilderingen; de een met de afmetingen 350 cm x 450 cm en de ander met de afmetingen 100 cm x 850 cm
Plaats : In het trappenhuis bij de hoofdingang
Kunstenaar : Albert Troost
Datering : 1960

Geschiedenis:
Gemaakt in opdracht van de rector pater Zonneveld o.Carm. of van het bestuur ter gelegenheid van de uitbreiding van de school
 
Bijzonderheden:
"De muurschildering is een scheppingsverbeelding, maar kennelijk vóór de creatie van de mens. De wereld is chaotisch, de dieren zijn nog niet gewend aan hun bestaan. De scheppende hand is duidelijk aanwezig. Natuurlijk de zon. In het water een soort vis en op het land overheerst een oergedrocht met agressieve poten. In de lucht een vliegend monster met drakenstraat. Maar ook druiven en een vlinder op een bloem." Aldus een beschrijving van de kunstenaar zelf.

Het werk is gesigneerd "Troost 1960". In 2003 is het, na de renovatie van het schoolgebouw, gerestaureerd door Erik Tjebbes te Naarden.
 
Albert Troost
Albert Troost werd geboren in 1924 te Eindhoven in een gezin met ruimte en aandacht voor artisticiteit. Als jongeling kreeg hij zijn eerste lessen en advies van de schilder Anton Kruysen. In 1941 liet hij zich inschrijven aan de school voor Kunst, Techniek en Ambacht in 's Hertogenbosch, waar hij tot 1944 verbleef. In dat jaar nodigde Gerard Knuvelder, hoofdredacteur van de Nieuwe Eeuw, hem uit om illustraties voor dat tijdschrift te maken. In 1945 werd hij student aan de Rijksacademie te Amsterdam bij Heinrich Campendonck. In 1947 verhuisde hij weer naar Eindhoven waar hij in 1949 zijn eerste grote opdracht kreeg: wandschilderingen en glas in lood ramen voor de Gerardus Majella-kerk, waaraan hij tot in 1954 gewerkt heeft. In 1957 werd Troost hoogleraar monumentale kunst aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht, waarvan hij van 1965 tot 1981 directeur is geweest. Vanaf 1982 richtte hij zich weer op zijn ambacht en maakte bijvoorbeeld glas in lood ramen voor de Sint Servatius Basiliek in Maastricht. Vanaf 1997 heeft hij het zware glazenierwerk opgegeven. In 2002 verscheen een monografie over hem: Jan Reijs e.a., "Albert Troost; illustraties en verluchtingen; werk in relatie met architectuur; vrij werk".
Jan Schoenaker - Orpheus en Euridice
nstelling : Sg. De Grundel
Locatie : Grundellaan
Aard van het object : Muurschildering
Voorstelling/titel : Orpheus en Euridice
Techniek/materiaal : Muurschildering
Afmeting : 400 cm x 700 cm
Plaats : In de aula van de school
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1962

Geschiedenis:
De schildering is oorspronkelijk aangebracht in de voormalige kantine van de school. Bij de grondige renovatie van de school in 2002 - 2003 is de schildering in juli 2002 uit de muur gezaagd, voorzien van een stalen frame en in 2003 herplaatst in de muur van de nieuwe aula. Hierna heeft Erik Tjebbes uit Naarden het werk gerestaureerd.
 
Orpheus en Euridice
  Orpheus en Euridice behoren tot de bekendste figuren uit de Griekse sagen (verhalen waarin een zeker element van werkelijkheid - vaak het historische bestaan van een figuur - zit maar waarin de verbeelding sterk de overhand heeft). Orpheus, een vorst van Thraciė, was een beroemd zanger en harpspeler. Hij temde dieren met zijn gezang; rotsen en bomen bogen naar hem om hem beter te kunnen beluisteren.
Euridice, de vrouw van Orpheus, werd tijdens het dansen door een adder in haar voet gebeten en stierf. Orpheus treurde om haar en bracht overal zijn klaagliederen ten gehore, tot hij bij de onderwereld kwam. Hades, de bewaker ervan, die vol bewondering was voor de zangkunst van Orpheus, bood hem de gelegenheid Euridice uit de onderwereld terug te halen, op voorwaarde dat hij tijdens de terugtocht niet achterom naar Euridice zou kijken. Orpheus stemde toe, maar kon zich niet bedwingen toen zijn vrouw op de lange tocht naar het licht zuchtte en kreunde. Daarop ontviel Euridice hem opnieuw en voorgoed. Sindsdien zwierf de verbitterde Orpheus mensenschuw rond tot hij door dronken vereersters van de drankgod Bacchus werd verscheurd.
Het verhaal van Orpheus en Euridice heeft Europese kunstenaars van alle tijden en alle genres geļnspireerd (Zie het themanummer "Orpheus in woord, beeld en geluid" van De Revisor, Letterkundig Tijdschrift 2004, 4). Het beroemdste voorbeeld ervan is waarschijnlijk "Orfeo" (1607) van de Italiaanse componist Claudio Monteverdi (1567 - 1643); Orfeo wordt beschouwd als de eerste opera zoals wij dat genre kennen.
 
Bijzonderheden:
Het werk heeft de signatuur "Jan Schoenaker mei 1960 Oldenzaal"
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor vijf ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière" in Parijs.
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld, B. Akkerman en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij tekenleraar geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Aarde, Lucht, Water, Vuur
Instelling : Sg. De Grundel
Locatie : Grundellaan
Aard van het object : Vier glas in lood ramen
Voorstelling/titel : Aarde, Lucht, Water, Vuur
Techniek/materiaal : Glas in lood
Afmeting : Elk raam meet 200 cm x 60 cm
Plaats : In de mediatheek (vroegere kapel)
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 2003

Geschiedenis:
De ramen, vervaardigd in opdracht van de schoolleiding, zijn geplaatst in 2004 ter vervolmaking van de renovatie van het schoolgebouw.
 
Bijzonderheden:
Gesigneerd en gedateerd op het rechtse raam rechts onder met "2003 Jan Schoenaker". De ramen verbeelden tezamen de vier klassieke elementen; elk raam toont in het bovenste deel een passende figuur uit de klassieke mythologie en in het onderste deel een scène uit het Oude of Eerste Testament, met verwijzing naar de betreffende passage.
 
De vier klassieke elementen
  Terra (aarde): de mythologische figuur is Demeter, omringd door planten en vogels en dragend de aarde; de tekst is Genesis 3, 19 - 20 (In het zweet zul je werken voor je brood, tot je terugkeert naar de grond, waaruit je bent genomen: je bent stof en tot stof keer je terug. De mens noemde zijn vrouw Eva, omdat zij de moeder is geworden van alle levenden.) Aer (lucht): de mythologische figuur is de god Hermes die als boodschapper met vleugels is uitgerust; de tekst is 1 Koningen 19, 12 - 13 (Op de aardbeving volgde vuur. Maar ook in het vuur was de Heer niet. Op het vuur volgde het suizen van een zachte bries. Zodra Elia dit hoorde, bedekte hij zijn gezicht met zijn mantel, ging naar buiten en bleef staan bij de ingang van de grot. En toen klonk er een stem die hem vroeg: "Waarom bent u hier, Elia?")
Aqua (water): de figuur is de zeegod Poseidon met zijn drietand; de tekst is Genesis 1, 2 (De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren) Ignis (vuur): de figuur is Hephaistos, de god van de smidse en het vuur; de tekst is Exodus 3, 1 - 6 ( Mozes hoedde de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan. Eens dreef hij de kudde tot ver in de woestijn en kwam hij bij de berg van God, de Horeb. Toen verscheen hem de engel van de Heer, in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik. Mozes keek toe en zag dat de doornstruik in lichterlaaie stond en toch niet verbrandde. Hij dacht: "Ik ga erop af om dat vreemde verschijnsel te onderzoeken. Hoe komt het dat die doornstruik niet verbrandt?" De Heer zag hem naderbij komen om te kijken. En vanuit de doornstruik riep God hem toe: "Mozes, Mozes." Hij antwoordde: "Hier ben ik." Toen sprak de Heer: "Kom niet dichterbij en doe uw sandalen uit, want de plaats waar u staat, is heilige grond." En Hij vervolgde: " Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jacob." Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God op te zien.)
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor vijf ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière" in Parijs.
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld, B. Akkerman en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij tekenleraar geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Bert Nijenhuis - Het lijkt wel een koning
Instelling : Sg. De Grundel
Locatie : Grundellaan
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Het lijkt wel een koning
Techniek/materiaal : Gegoten brons, geplaatst op een terrazzo-voetstuk
Afmeting : 275 cm x 120 cm; de sokkel meet 50 cm x 150 cm
Plaats : In het gazon aan de voorzijde van de school
Kunstenaar : Bert Nijenhuis
Datering : 2003

Geschiedenis:
De sculptuur is vervaardigd in opdracht van de schoolleiding en is geplaatst in het voorjaar van 2004 ter voltooiing van de renovatie van het schoolgebouw.
 
Bijzonderheden:
De sculptuur draagt onderaan de datering "2003".
 
Bert Nijenhuis
Bert Nijenhuis (Hengelo 1960) volgde na zijn schooltijd aan het Twickelcollege de opleiding beeldend kunstenaar in de jaren 1978 - 1984 aan de AKI te Enschede, waar zijn docenten Jan van Eijl, Carel Visser en Pearl Pearlmutter waren. In het jaar van zijn afstuderen werd een beeld van hem als monument voor de Tweede Wereldoorlog geplaatst in Hengevelde.
Bert Nijenhuis heeft zijn atelier in Boekelo. Daar werkt hij bij voorkeur in brons en met de Cerabrezza-techniek (een combinatie van brons en keramiek; voor een uitvoeriger beschrijving ervan zie www.bertnijenhuis.nl). In 1991 heeft hij in opdracht van Akzo-Nobel een blok steenzout van tien ton uit Avery Island , Louisiana USA, bewerkt tot een sculptuur voor het hoofdkantoor in Arnhem. Sindsdien heeft hij vaker beelden in zout gemaakt.
Werken van hem zijn in het bezit van particulieren, overheden, instellingen en bedrijven; ze zijn verspreid over Nederland (Deurningen, Oldenzaal, Haaksbergen), Duitsland, Denemarken, Amerika, Engeland en Zwitserland. Op de lijst van zijn exposities prijken vooral plaatsen uit de eigen omgeving en Noord-Nederland, maar ook Amsterdam, Den Haag, Dordrecht en steden in Duitsland.
In het werk van Nijenhuis staat de menselijke figuur met al zijn mogelijke stemmingen en geestesgesteldheden centraal. De diagonale opbouw van zijn sculpturen geeft er een dynamisch karakter aan. Zijn sculpturen verenigen typisch klassieke elementen van de beeldhouwkunst met die van de expressionistische kunst.