Skip to main content

Sg. St.-Canisius

Scholengemeenschap St.-Canisius is een school voor vmbo, havo en vwo. De school is gevestigd op twee locaties: een hoofdlocatie in Almelo en een nevenvestiging in Tubbergen. De school beschikt in totaal over acht kunstwerken.

Slot, Almelo

Bert Meinen - 20 stalen vierhoekige pilonen
Bert Meinen	- 20 stalen vierhoekige pilonen
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Almelo
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : 20 stalen vierhoekige ( een "afgetopte" driehoek met een hoek van 90º rechts onder) pilonen, die onder een hoek van ± 75º in de grond zijn verankerd
Techniek/materiaal : Roestvast staal
Afmeting : De pilonen hebben drie verschillende maten: vier meten 200 cm x 80 cm, tien meten 280 cm x 80 cm en zes meten 400 cm x 82 cm
Plaats : Een groep van veertien pilonen staat voor op het schoolplein; zes vormen een groep achter de school.
Kunstenaar : Bert Meinen
Datering : 1988

Geschiedenis:
Vervaardigd en geplaatst bij de nieuwbouw van de school in het kader van de percentageregeling.
 
Bijzonderheden:
De pilonen op het voorplein zijn geplaatst in een onregelmatig patroon binnen een driehoek die in de bestrating door afwijkende tegels en stenen zichtbaar is; de lijnen van de bestrating lopen in smalle metalen strepen door de schoolhal heen naar de pilonen die achter de school zijn opgesteld. Hoewel de constellatie "abstract" is, associeert ze makkelijk met samengroepende jongere en oudere leerlingen. De grondvorm van de pilonen is, zij het in meer afgetopte vorm, door de hele school terug te vinden in de bordjes die de functies van de ruimtes aangeven.
 
Bert Meinen
Bert Meinen (Hengelo 1945) woont en werkt in Delden. Hij heeft zijn opleiding tot monumentaal kunstenaar genoten aan de AKI te Enschede in de jaren 1963 - 1969 en studeerde er cum laude af.
Bert Meinen heeft sinds 1969 deelgenomen aan een indrukwekkende reeks van groepstentoonstellingen in Nederland (o.a. Amsterdam, Leiden, Diepenheim, Eck en Wiel, Paasloo) en het buitenland ( Duitsland, Finland, Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, België, Denemarken).
Solotentoonstellingen had hij voornamelijk in eigen land (o.a. UT Enschede, UT Eindhoven, Museum Henriëtte Polak Zutphen, Galerie Felison Velsen). Hij kreeg bovendien al meer dan dertig opdrachten voor gebouwen als scholen, banken, gemeentehuizen. (In Hengelo staan op drie plaatsen objecten van hem.) Ook de aandacht voor hem in boeken en tijdschriften bewijst de waardering die hij geniet.
Bert Meinen werkt veel met (vormen van) hout, kunststoffen en roestvast staal; dat laatste materiaal lijkt zeker in grote sculpturen favoriet. Sinds de jaren negentig hanteert hij vorm, lijn en kleur steeds meer als geheel aan elkaar gelijkwaardige componenten bij het maken van wat hij zijn "ruimtelijke tekeningen" noemt.
Moniek Oerbekke - Zonder titel (1)
Moniek Oerbekke - Zonder titel (1)
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Almelo
Aard van het object : Wandobject
Voorstelling/titel : Zonder titel
Techniek/materiaal : Raamwerk van roestvast staal ingelegd met 44 portretten van leerlingen, afgedrukt op perspex
Afmeting : 160 cm x 440 cm
Plaats : De collegezaal; het wandobject is op 10 cm van de muur zwevend opgehangen.
Kunstenaar : Moniek Oerbekke
Datering : 2004

Geschiedenis:
Moniek Oerbekke had in het schooljaar 2003/2004 als examenkandidaat 5 HAVO een profielwerkstuk gemaakt. Zij had portretten gefotografeerd en deze met de computer bewerkt.
Tijdens de expositie van dat werk in de school vonden de begeleidende docenten, Leo Kemper en Karolien de Wit, het werkstuk van zo goede kwaliteit dat ze het geschikt oordeelden om als basis te dienen voor een groter kunstwerk. Zij ontwierpen daarom voor de nieuw gebouwde collegezaal een plan daartoe. Moniek maakte portretten van leerlingen en personeel en bewerkte de foto's met de computer. De 44 portretten werden geprint, op perspex geplakt en in een speciaal vervaardigd raamwerk van roestvast staal geplaatst.
 
Moniek Oerbekke
Moniek Oerbekke (Almelo 1985) heeft de HAVO van scholengemeenschap St.-Canisius bezocht. Na haar examen is Moniek Oerbekke gaan studeren aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem aan de afdeling grafisch ontwerpen.
Moniek Oerbekke - Zonder titel (2)
Moniek Oerbekke - Zonder titel (2)
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Almelo
Aard van het object : Drieluik
Voorstelling/titel : Zonder titel
Techniek/materiaal : Drieluik van roestvast staal met een op de computer bewerkte afbeelding, afgedrukt op perspex
Afmeting : De luiken meten steeds 250 cm x 80 cm; tussen de luiken is een marge gelaten
Plaats : In de mediatheek
Kunstenaar : Moniek Oerbekke
Datering : 2004

Geschiedenis:
Moniek Oerbekke had in het schooljaar 2003/2004 als examenkandidaat 5H op Canisius een profielwerkstuk gemaakt.
Naar aanleiding daarvan is in samenwerking met de begeleidende docenten Leo Kemper en Karolien de Wit, voor de collegezaal (nieuwbouw) een wandobject vervaardigd.
Het kunstwerk viel in de school in zo goede aarde, dat voor de nieuwbouw mediatheek Canisius ook een plan is ontworpen en uitgevoerd.
Het kunstwerk bestaat uit een door Moniek digitaal bewerkte foto van fietsen uit de rijwielstalling van Canisius. Het geheel is in drieėn verdeeld, afgedrukt op perspex en in drie lijsten van roestvast staal geplaatst.
Het uiteindelijke resultaat is een drieluik van 250 cm hoog en een totale breedte van 300 cm.
 
Moniek Oerbekke
Moniek Oerbekke (Almelo 1985) heeft de HAVO van scholengemeenschap St.-Canisius bezocht. Na haar examen is Moniek Oerbekke gaan studeren aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem aan de afdeling grafisch ontwerpen.
Leo Kemper - Object met lamp
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Almelo
Aard van het object : Object met lamp
Voorstelling/titel : Geen
Techniek/materiaal : Hout, aluminium en een bestaande lamp
Afmeting : 0.80 x 0.80 meter
Plaats : Almelo
Kunstenaar : Leo Kemper
Datering : 2004

Geschiedenis:
Bij de nieuwbouw van de mediatheek bleek dat een accent gewenst was op het einde van de gang die het bestaande schoolgebouw verbindt met de nieuw gebouwde mediatheek. Het einde van de gang leverde namelijk een donkere hoek op.
 
Bijzonderheden:
De ontwerper heeft ervoor gekozen om een lamp toe te passen die ook elders in het gebouw op meerdere plekken hangt. Deze lamp is geplaatst in het verlengde van de lampen die al in de vloer geplaatst waren. Als achtergrond van de lamp is gekozen voor een oranje vierkant met één punt naar links en één punt naar rechts. Op die manier wordt de keuze van een te volgen richting aangegeven en wordt het einde van de gang benadrukt. De rand van het oranje vierkant is afgewerkt met aluminium strips, die voortborduren op het ritme van de zijkant van de lamp. De oranje kleur reflecteert het licht in geel en oranje, accentueert deze donkere hoek en contrasteert met de kleur van de muren.
 
Leo Kemper
Leo Kemper (1953) is jarenlang leraar in het basisonderwijs geweest. In 1995 heeft hij de deeltijdopleiding beeldende vorming en kunstgeschiedenis voltooid aan de faculteit Beeldende Kunsten van de "Academie voor de Kunsten Arnhem". Intussen is hij zes jaar werkzaam als docent beeldende vorming aan scholengemeenschap St.-Canisius te Almelo.
Zijn interesse gaat uit naar alle aspecten van vormgeving. Hij schildert, werkt in brons, ontwerpt drukwerk, maakt objecten in kunststof en roestvast staal. Hij exposeert met enige regelmaat. Zijn werken hangen bij diverse bedrijven en instellingen.
Voor Canisius heeft Leo Kemper samen met zijn collega Karolien de Wit het realiseren van de wandobjecten van Moniek Oerbekke gestuurd en begeleid.
Theo Franken - De wereld je huiskamer
Theo Franken - De wereld je huiskamer
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Almelo
Aard van het object : Ruimtelijk wandobject
Voorstelling/titel : De wereld je huiskamer
Techniek/materiaal : Tweedehands en zolderspullen
Afmeting : 250 cm x 250 cm
Plaats : Mediatheek
Kunstenaar : Theo Franken
Datering : 2003

Geschiedenis:
Theo Franken heeft het concept van het kunstwerk door middel van een schets aangeleverd; het werk is in eigen beheer van de school vervaardigd.
 
Bijzonderheden:
De kunstenaar geeft de volgende gedachtegang als achtergrond voor het ontstaan van zijn werk. "In dit digitale tijdperk vroeg ik mij af: 'hoe ziet het eruit als je een boek leest?'. Zichtbaar is de wereld om het boek, terwijl de lezer zich verplaatst in de wereld in het boek. De overgang tussen beide werelden is interessant. De lezer als intermediair tussen beide werelden. De mediatheek is ook intermediair tussen lezer en (digitale) informatie. Hoe ziet dat eruit?"
 
Theo Franken
Theo Franken (Bussum, 1958) heeft interieurarchitectuur gestudeerd aan de Rietveld Academie in Amsterdam van september 1983 tot mei 1988. In 1989 kreeg hij een startstipendium van de Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten voor Vormgeving en Bouwkunst en begon een meubelgalerie annex werkplaats in Amsterdam. Tegelijk werkte hij freelance voor XID ontwerpgroep in Amsterdam en ontwierp en maakte tentoonstellingen in opdracht van de Nederlandse Opera en het Muziektheater Amsterdam. Van mei 1990 tot december 1997 werkte hij bij OIII architecten (voorheen Witt en Jongen) in Amsterdam aan ettelijke interieurprojecten zoals N.O.C. Apple Computers in Apeldoorn, het hoofdkantoor van AMEV verzekeringen in Utrecht, het gebouw van John de Mol Producties in Hilversum. Sinds januari 1998 is hij verbonden aan Ingenieurs en Architecten Associatie Enschede. Daar heeft hij intussen onder andere als projecten op zijn naam staan: Saxion Hogeschool Enschede, Bejaardencentrum De Esch Enschede, multiplex-bioscoop Cinestar, Miracle Planet Enschede.

Hardenbergerweg, Tubbergen

Tom Franssen - Zes glas in lood ramen
Tom Franssen -  Zes glas in lood ramen
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Tubbergen
Aard van het object : Zes ramen
Voorstelling/titel : Het houten paard van Troje; de kycloop Polyphemos; de vrijermoord van Odysseus op Antinoös; Karel en Elegast; heer Halewijn; de vier Heemskinderen op het ros Beyaard.
Techniek/materiaal : Gebrandschilderd glas in lood
Afmeting : Elk raam, steeds bestaand uit vier kleine ramen, meet 90 cm x 50 cm
Plaats : De ramen hangen als losse elementen in een gang van de school.
Kunstenaar : Tom Franssen
Datering : 1966

Geschiedenis:
De ramen zijn gemaakt bij een verbouwing van de toenmalige (ULO)school, in het kader van de percentageregeling. Die was overigens zo sober dat het weghalen van de sponning in de ramen (de hinderlijke kruisen) tot ongenoegen van de kunstenaar niet betaalbaar bleek.
 

Bijzonderheden:
De kunstenaar, die door de directeur van de Jan van Eijk Academie in Maastricht, Jos ter Horn, bij het schoolbestuur (in de persoon van de Tubbergse huisarts Eshuis) was aanbevolen, heeft de opdracht gekregen om thema's uit de wereldliteratuur te verbeelden. De concrete thema's* heeft hij zelf gekozen.
Toen later de buitenmuur waarin de ramen geplaatst waren binnenmuur werd, zijn de ramen eruit gesloopt en uiteindelijk op voorstel van de conciërge, de heer Lucas, in een andere gang geplaatst.

*Concrete thema's
De kunstenaar heeft naar eigen zeggen bij zijn keuze van de thema's gestreefd naar esthetische samenhang en zich overigens laten leiden door zijn persoonlijke affiniteit met oude epiek (verhalende kunst). Dat heeft geresulteerd in drie ramen die gewijd zijn aan de klassieke, aan Homerus toegeschreven, epen Ilias (over de Trojaanse oorlog) en Odyssee (over de zwerftocht van de Griekse held Odysseus terug naar huis na de Trojaanse oorlog) en drie ramen die aan Middelnederlandse epen van anonieme kunstenaars gewijd zijn.


Raam 1 Het paard van Troje
De godin Athene heeft Odysseus een list ingegeven waarmee de Grieken Troje kunnen innemen. De Grieken moeten een houten paard bouwen waarin soldaten kunnen schuilgaan. De Trojanen zullen het paard als oorlogsbuit in hun stad halen en daarmee de vijand in huis hebben. "Eindelijk, toen de stad in diepe rust lag, was het moment daar: Epeios opende het luik en langs de touwladder klommen de Grieken eruit." De list is klassiek geworden; denk bijvoorbeeld aan "het turfschip van Breda".
Een schipper die regelmatig het al negen jaar belegerde Breda van turf voorzag, stelde de stadhouder Prins Maurits voor om soldaten in het ruim van zijn schip de stad in te smokkelen. Ondanks veel tegenslag bij de uitvoering van de list kon het Bredase garnizoen in maart 1590 inderdaad overrompeld worden.
De dichter Joost van den Vondel maakte in zijn toneelstuk Gysbrecht van Aemstel (1637) de Amsterdamse versie van de ondergang van Troje en herinnerde daarbij ook aan de listige inname van Breda. Als het stuk begint ziet de (middeleeuwse) Gysbrecht dat de Kennemers en Waterlanders ("de Grieken") hun beleg van Amsterdam ("Troje") aan de vooravond van Kerstmis plotseling opgebroken hebben. Ze hebben een houten schip, het "Zeepaard", met brandstof achtergelaten. Het schip wordt triomfantelijk de stad binnengehaald; maar als de Amsterdammers zich opmaken om naar de kerk te gaan, klimt de verborgen vijand eruit en verovert Amsterdam in de kerstnacht.

Raam 2 De kykloop
Ondanks de protesten van anderen schreeuwde ik de reus toe: "Kykloop, als iemand je vraagt wie je blind heeft gemaakt, zeg dan dat het de stedenverwoester Odysseus is, de zoon van Laërtes die op Ithaka woont!" Toen bad de Kykloop tot zijn vader, de zeegod Poseidon: "Als ik werkelijk uw zoon ben en gij mijn vader, geef dan dat de stedenverwoester Odysseus nooit zijn huis terug mag zien." De Kykloop greep een rotsblok, slingerde het boven zijn hoofd en smeet het met kracht naar het schip..

Raam 3 De vrijermoord van Odysseus
Odysseus, na jaren terugkomend, ontdekt dat zijn huis bevolkt is met rivalen en neemt vermomd poolshoogte… Toen wierp Odysseus zijn lompen af en sprong naar de drempel met zijn boog en pijlenkoker. Hij richtte op Antinioös die niets vermoedend een gouden beker met wijn naar zijn mond bracht. De pijl raakte hem in de weke hals, hij viel op zij en een straal bloed spoot uit zijn neus. In zijn val stootte hij de tafel om en alle eten viel op de grond.

Raam 4. Karel en Elegast
In zijn slaap verschijnt aan Karel de Grote tot driemaal toe een engel die hem beveelt uit stelen te gaan. Karel gehoorzaamt en ontmoet in het nachtelijk bos een in het zwart geklede roofridder; na een door Karel gewonnen duel bekent de ridder dat hij de van het hof verbannen Elegast is. Karel doet zich ook voor als roofridder en beiden gaan naar de burcht van Eggheric. Elegast, Karels inbrekers vaardigheid niet vertrouwend, sluipt alleen naar binnen en hoort Eggheric aan zijn vrouw een voorgenomen aanslag op de keizer bekennen. Als zijn vrouw boos reageert, slaat hij haar een bloedneus; Elegast vangt onder het bed bloed op in zijn handschoen. Eenmaal weer buiten vertelt Elegast alles aan Karel die nu begrijpt waarom hij uit stelen gezonden is. Elegast wordt in zijn rechten hersteld en verslaat Eggheric in een tweegevecht dat als godsgericht gehouden wordt.

Raam 5 Het lied van heer Halewyn
Deze middeleeuwse volksballade heeft als thema het wijdverbreide Blauwbaard-motief: een man verleidt en vermoordt de vrouwen die zijn avances niet weerstaan. In dit geval lijkt een koningsdochter het slachtoffer te worden, maar als Halewyn haar wil onthoofden, raadt ze hem aan eerst zijn mooie kleding uit te doen zodat daarop geen bloed kan komen. Als Halewijn zijn kleren uitdoet, grijpt de prinses zijn zwaard en onthooft hem.

Raam 6 De vier Heemskinderen
Deze ridderroman (roman = verhaal in het Romaans, dus in de volkstaal en niet in het Latijn) vertelt de strijd tussen Karel de Grote en de vier Heemskinderen, zoons van Karels zuster en haar echtgenoot Haymijn van de Ardennen, een van zijn leenmannen. Met hulp van hun neef en tovenaar Malegrijs en vooral door de trouwe diensten van hun toverpaard, het ros Beyaert, dat hen alle vier tegelijk kan dragen, weten de gebroeders aan Karel te ontsnappen.

 
Tom Franssen
Tom Franssen (Roermond 1931) was eerst leerling van de Middelbare Kunstnijverheidsschool te Maastricht (1950 - 1953) en daarna van de Jan van Eyck-academie (1954 - 1959). Daar was Jos ter Horn zijn leermeester (tot diens overlijden in 1957) en vervolgens Charles Eijck en Albert Troost. Van 1959 tot 1971 is Franssen full time werkzaam geweest als monumentaal kunstenaar. Toen eind jaren zestig het mecenaat van de R.K. kerk tot nul werd gereduceerd en de rijksoverheid (minister Marga Klompé) in 1969 de banvloek uitsprak over de subsidiering van "historiserende kunstvormen" (zoals glas in loodramen), koos Franssen voor een loopbaan in het onderwijs. Eerst (1971 - 1980) een gedeeltelijke baan in het voortgezet onderwijs en daarna tot 1981 een volledige aan de Rijkshogeschool van Maastricht (thans Hogeschool Zuyd) afdeling Algemene beeldende Kunst. Maar daartussen door bleef hij actief als beeldend kunstenaar, die werkt in glastechnieken, mozaïeken, wandschilderingen, beton- en metaalplastieken en sgrafitto's.
Silvia Nicolas - De natuur is de meesteres van de wetenschap
Silvia Nicolas - De natuur is de meesteres van de wetenschap
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Tubbergen
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Groot bord met varkensbouten en twee vliegende vogels eromheen; ingedreven letters ("De natuur is de meesteres van de wetenschap")
Techniek/materiaal : Gebronsd messing
Afmeting : 160 cm x 105 cm
Plaats : Het bord hangt aan de muur bij de receptie van de school.
Kunstenaar : Silvia Nicolas
Datering : 1967

Geschiedenis:
Enige leden van de oudercommissie waren ook lid van het marktbestuur (de vroegere biggenmarkt); dat bleek nog over een bedrag te beschikken dat bij de opening van de nieuwe Lagere Agrarische School aan de school is aangeboden. De directeur van de school heeft toen Silvia Nicolas opdracht gegeven voor dit werk. De kunstenares was in die tijd bezig met de vernieuwing van een aantal ramen in de kerk van Tubbergen. Bij de fusie van de L.A.S. met de MAVO is het bord overgedragen aan de nieuwe school.
 
Bijzonderheden:
De initialen SN staan in de rand van het bord.
 
Silvia Nicolas
Sylvia (Hortensia Margaretha Maria) Nicolas ( Schoorl, 1928) woonde en werkte in Roermond, New York City, Parijs, Tegelen, Broekhuizen (Limburg) voor zij zich, in 1967 gehuwd met L.S. O'Neill, definitief vestigde in Mont Vernon (New Hampshire) USA. Ze was leerlinge van haar vader Joep Nicolas, van Rufino Tamayo, Ossip Zadkine, de Arts Students League (New York City), van het Institut des Hautes Etudes Cinématographiques te Parijs, van de Grande Chaumičre en de Académie Julian aldaar.
Sylvia Nicolas is de vierde generatie glazenierster in de familie Nicolas, maar ze maakt ook mozaļeken, schilderijen en gouaches en ontwerpt kostuums. Haar figuratieve werk is te zien in diverse kerken en scholen o.a. in Venlo, Roermond en Tegelen.
Marja van Elsberg - Lummels
Instelling : Sg. St.-Canisius
Locatie : Tubbergen
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Lummels; drie groepen van drie beelden, dwz. schematisch weergegeven personen
Techniek/materiaal : De buitenbeelden zijn van cortenstaal; de beelden binnen van bewerkt roestvast staal; in de "hoofden" van de beelden is een "juweel" van glas en kunststof bij wijze van brein opgenomen; aan de voet van elke groep is een slagschaduw gecreëerd in de bestrating.
Afmeting : De beeldengroepen zijn van verschillend formaat; de figuren van de buitengroep meten 210 cm; die van de middengroep (ten dele binnen ten dele buiten staand) meten van buiten naar binnen resp. 210 cm, 175 cm, 140 cm en 110 cm; de breedte van de beelden varieert.
Plaats : De groep met de grootste hoogte staat op het schoolplein; die met de kleinste binnen bij de entree.
Kunstenaar : Marja van Elsberg
Datering : 1996

Geschiedenis:
De sculptuur is gemaakt en geplaatst ter gelegenheid van de uitbouw van de school in 1996 - 1997 in het kader van de percentageregeling.
 

Bijzonderheden:
Een map met uitvoerige documentatie over de totstandkoming van de opdracht aan Marja van Elsberg bevindt zich in het archief van de locatiedirectie; daarin zit een beschrijving door de kunstenares van de idee die aan het werk ten grondslag ligt.

*Beschrijving Bewerkt en bekort komt de beschrijving op het volgende neer. Uit het kunstwerk moest reflectie spreken en het moest buiten (het schoolplein) verbinden met binnen (de school zelf). De Lummels bestaat nu uit drie groepen abstracte beelden, die resp. buiten, buiten èn binnen en binnen staan. Ter hoogte van het "hoofd"is in elk beeld een uitsparing gemaakt, waarin een glanzend brein zit. De leerling zal zich herkennen in de abstracte figuren. Buiten zijn de lummels groot en kan de leerling zich er klein bij voelen; binnen is de leerling groter en kan hij zich veilig voelen.In de andere richting kijkend zie je de lummels, dwz. de leerlingen, als het ware de school uit groeien. De reflectie wordt letterlijk nadruk gegeven door de beelden een slagschaduw te geven. Een kuiltje in de schaduw geeft de plek van het brein aan en kan gebruikt worden: als knikkerkuil, als asbak? Ook de beelden zelf kunnen gebruikt worden: als kapstok of om tegenaan te hangen.

 
Marja van Elsberg
Marja van Elsberg (geboren in 1942 te Almelo) studeerde aan de AKI in Enschede van 1958 tot 1961. Voordat zij zich op haar artistieke werk richtte, heeft zij gewerkt in de reclamewereld. Als deeltijddocent Decoreren en Etaleren aan de Vakschool in Almelo begon zij haar kunstzinnige loopbaan, waarop ze zich vanaf 1975 volledig richt.
Marja van Elsberg manifesteert zich als monumentaal vormgever, als beeldhouwer en tekenaar. Ze werkt met steen, cortènstaal, karton, kunststof of wat zich verder aandient. Een van haar fascinaties is het uitbeelden van dikke vrouwen, in steen, in tekeningen op papier of op oude tekstpagina's. Ook het contrast tussen zwart en wit boeit haar.
Marja van Elsberg heeft veel in opdracht gewerkt, zowel voor het bedrijfsleven als voor non profit-organisaties. Ze maakte bijvoorbeeld wandschilderingen in Almelo, Hardenberg en Emmeloord; richtte ruimtes in in Zwolle, Borculo, Joure en Almelo, maakte een wandreliëf voor Nedap in Groenlo en richtte daar een binnenplein in, maakte een waterwerk voor het kantoor van Kienhuis Advocaten in Almelo, maakte aluminiumgravures voor bedrijven en een woningstichting en ontwierp relatiegeschenken.
Marja van Elsberg exposeert bij voorkeur bij niet-commerciële instellingen en deed dit onder andere in Almelo, in Joure, Apeldoorn, Oldenzaal en bij de Universiteit Twente in Enschede. Momenteel heeft ze ateliers in Frankrijk (La Redorte) en in Almelo, waar ze ook een eigen galerie heeft.