Skip to main content

Twents Carmel College

Het Twents Carmel College is een brede scholengemeenschap voor pro, lwo, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. De school bestaat uit vijf zelfstandige locaties en één sublocatie. Op de vijf zelfstandige locaties is een keur aan kunstwerken aanwezig. In totaal beschikt het Twents Carmel College over 27 objecten.

Twentscarmel college, Denekamp

Onbekend - Gestileerde mensfiguren
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Denekamp
Aard van het object : Raam
Voorstelling/titel : Gestileerde mensfiguren
Techniek/materiaal : Glas in lood
Afmeting : 115 cm x 100 cm
Plaats : In het trappenhuis op de eerste etage
Kunstenaar : Onbekend
Datering : Omstreeks 1925

Geschiedenis:
Het raam is geplaatst bij de bouw van de toen nog lagere school.
 
Bijzonderheden:
Het raam is gemaakt van kleurloos glas; de tekening wordt bepaald door het gebruik van verschillend gestructureerd glas en door de loden lijnen.
Esther Meinders - Drie gestileerde figuren
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Denekamp
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Drie gestileerde figuren
Techniek/materiaal : Geglazuurde keramiek
Afmeting : 40 cm x 30 cm x 30 cm; de sculptuur is vastgezet in het cement van een plaat ( 43 cm x 43 cm) die aan de muur is bevestigd
Plaats : In de hal van de school
Kunstenaar : Esther Meinders
Datering : 1983

Geschiedenis:
De sculptuur is door de MAVO-leerlinge Esther Meinders gemaakt voor haar eindexamen handvaardigheid in 1983.
 
Bijzonderheden:
Op de dragende plaat heeft Esther Meinders een zelfgebakken tegeltje bevestigd met de inscriptie "ter herinnering aan het examen handvaardigheid Esther Meinders 1983". De sculptuur toont drie figuren van verschillende grootte (= leeftijd) die in een boek lezen, dwz. kennis opdoen; over hun hoofd loopt achterlangs tot op de grond tussen hun voeten een lint dat symboliseert hoe de opgedane kennis hen op hun levenspad vergezelt en van dienst is; de figuren staan met de rug naar elkaar toe, klaar om hun eigen weg te gaan.
 
Esther Meinders
Het is niet gelukt om informatie te krijgen over de levensloop van Esther Meinders na haar eindexamen.
Wouter Hulskotte - Totempaal
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Denekamp
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Totempaal
Techniek/materiaal : Gewapend beton
Afmeting : 180 cm x 30 cm; geplaatst op een betonnen voetstuk van 5 cm x 50 cm x 50 cm
Plaats : In een hoek van de tuin
Kunstenaar : Wouter Hulskotte
Datering : 1984

Geschiedenis:
De sculptuur is gemaakt als werkstuk voor het examen handvaardigheid MAVO in 1984.
 
Bijzonderheden:
Wouter Hulskotte heeft een studie gemaakt van Indiaanse totempalen; daarbij heeft hij opgemerkt dat Indianen in hun totempalen (ook) hun mensvisie tot uitdrukking brengen. Daarop heeft Hulskotte een totempaal gemaakt waarin hij zijn visie op de westerse mens en zijn levensstijl heeft uitgebeeld. Hij ervaart de westerse mens als arm aan vormentaal: alles is rechthoekig; die "blokkencultuur" bevordert de beheersbaarheid en meetbaarheid van het leven.
De paal kent naast het naturel van het beton alleen witte vlakken; alle vlakken zijn rechthoeken van gevarieerde afmeting.
Op de voet van het beeld zit een beschadigd plaatje "Examen handvaardigheid 1984 Wouter Hulskotte"
 
Wouter Hulskotte
Wouter Hulskotte (Denekamp 1966) heeft na de MAVO de Decoratievakschool in Almelo doorlopen maar het vak van decorateur slechts één jaar uitgeoefend. Daarna heeft hij de opleiding Verpleger B gevolgd en dat werk gedaan tot hij in 1990 naar Portugal gegaan is. Daar heeft hij een eigen bedrijfje opgezet, zelf ook waterleiding elektriciteit en dergelijke aanleggend. Sinds hij in 1995 is teruggekomen is hij in dienst van Connexion, eerst als onderhoudsmedewerker intussen als exploitatiemanager.
Hulskotte is zijn docent handvaardigheid, Theo Overberg, nog steeds dankbaar dat hij hem plezier in het werken met zijn handen heeft laten ontdekken. Niet voor niets heeft hij intussen een oude boerderij gekocht die hij opknapt.
Een anonieme Ghanese kunstenaar - Twee vrouwen
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Denekamp
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Twee vrouwen
Techniek/materiaal : Bronzen beeldjes op een sokkel van Bentheimer zandsteen
Afmeting : 85 cm x 35 cm; de sokkel meet 70 cm x 40 cm x 25 cm
Plaats : Binnentuin
Kunstenaar : Een anomieme Ghanese kunstenaar
Datering : Onbekend

Bijzonderheden:
De figuren bestaan uit een kopje op een bronzen lat waarop aan de voorzijde figuren zijn gegraveerd.

Twentscarmel college, Losser

Anton ter Braak - Flying Dutchman
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Losser
Aard van het object : Sculptuur op sokkel
Voorstelling/titel : Flying Dutchman
Techniek/materiaal : Brons; sokkel van gepolijste zwarte natuursteen
Afmeting : 37 cm x 41 cm; de sokkel waarop het beeldje met een pin is vastgezet meet 140 cm x 40 cm x 15 cm
Plaats : Vlakbij de hoofdingang
Kunstenaar : Anton ter Braak
Datering : 1994

Geschiedenis:
De sculptuur is een geschenk van de Stichting Katholieke Onderwijsbelangen Losser aan de school, tot dan toe MAVO De Esch geheten, bij de overdracht van het bestuur aan de Stichting Carmelcollege in 1995.
 
Bijzonderheden:
De sculptuur is gesigneerd "AtB"
 
Anton ter Braak
Anton ter Braak (Neede, 1960) is als beeldhouwer en bronsgieter autodidact. Aanvankelijk werkzaam in het onderwijs heeft hij sinds 1985 het zwaartepunt in zijn activiteiten geleidelijk op het beeldhouwen gelegd. Zijn ontwikkeling is snel gegaan, getuige de exposities die hij sinds 1988 gehad heeft zowel in Nederland als in Duitsland en België, en de opdrachten van en aankopen door allerlei instanties, zoals de Nederlandse Ambassade in Parijs, het Ministerie van OCW, de Politie van Amsterdam.
Vrouwen, paarden en stieren zijn de figuren die steeds de basis vormen van waaruit Ter Braak vertrekt om zelf nieuwe vormen te maken, de figuren te herscheppen in hun oervorm en oerkracht. Dat resulteert in compacte ranke vrouwenfiguren, forse torsen van stieren en imponerende paarden. Een interessant element in Ter Braaks vormentaal is het gebruik van jute koord en verbandgaas; daardoor worden zijn beelden suggestief in volumes en vlakken verdeeld maar ook weer samengevoegd. In zijn recente werk van abstract karakter spelen contrasten tussen glimmende partijen en ruwe gepatineerde oppervlakken een grote rol.
Hans Morselt - Zonder titel
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Losser
Aard van het object : Raam
Voorstelling/titel : Zonder titel
Techniek/materiaal : Glas zonder grisaille, ingeslepen lijnen en vlakken, appliqué met geel, blauw en zwart glas
Afmeting : 152 cm x 131 cm
Plaats : In de hal
Kunstenaar : Hans Morselt
Datering : 1961

Geschiedenis:
Het werk is aangeschaft en geplaatst in het kader van de percentageregeling bij de oplevering van de bouw van de school in 1961.
 
Hans Morselt
Hans Morselt (Enschede 1929) heeft zijn opleiding "monumentaal kunstenaar" genoten aan de Academie Kunst en Oefening te Arnhem en aan de AKI in Enschede in de jaren vijftig van de vorige eeuw; hij heeft o.a. les gehad van Johan Haanstra. In het begin van zijn loopbaan, dwz van 1956 tot 1965 is hij tekenleraar geweest aan resp. het toenmalige Geert Groote College te Deventer, aan het Marianum te Groenlo, aan De Grundel in Hengelo en aan een sociale academie. In 1962 heeft hij de Gerard ter Borchprijs van de provincie Overijssel verworven.
Hans Morselt heeft bij voorkeur gewerkt in glas: glas in beton, glas in lood en glas appliqué; nu deze kunstvormen weer meer in zwang zijn, heeft hij recent glasramen gemaakt voor het verpleeghuis Wiedenbroek in Haaksbergen, het Twents Psychiatrisch Ziekenhuis Helmerhoek in Enschede en het Aldi-distributiecentrum in Ommen. Hans Morselt heeft ook wandschilderingen, wandreliëfs, binnen- en buitenobjecten gemaakt, o.a. in 1977 stenen sculpturen voor de Volkshogeschool Het Witte Huis in Borne en in 1979 de qua vormtaal verwante grote staalsculptuur satz in Enschede. Bekend (en nagemaakt!) zijn zijn kijk-, klim en speelelementen waaronder een reeks van dierfiguren. Morselt maakt ook speelgoed voor het Montessorionderwijs.
Door de aard van zijn, plaatsgebonden, werk heeft Hans Morselt weinig geëxposeerd; voor het laatst deed hij dat samen met Martin Stolk in 2000 in Slovenië.
Marjolein Rijnders - Vogels
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Losser
Aard van het object : Drie collages
Voorstelling/titel : Vogels
Techniek/materiaal : Eén collage bestaat uit contouren van vogels; een tweede bestaat uit vogels waarvan de lijnvoering van vleugels en dergelijke is uitgewerkt; de derde collage bestaat uit druksels met vogelvoorstellingen die op een zelfde formaat papier zijn geplakt als de beide andere.
Afmeting : Elke collage meet 240 cm x 56 cm
Plaats : In de hal
Kunstenaar : De tekeningen en druksels zijn gemaakt door leerlingen; de assemblage van alle producten is gemaakt door de lerares Marjolein Rijnders.
Datering : 2003

Geschiedenis:
De werkstukken van de leerlingen zijn gemaakt in het kader van het "normale" onderwijsprogramma. Omdat elk werkstukje afzonderlijk weinig of geen esthetische waarde heeft, heeft de lerares ze samengebracht tot een betekenisvol geheel.
 
Marjolein Rijnders
Marjolein Rijnders (Amsterdam, 1952) heeft van 1970 tot 1975 gestudeerd aan de Katholieke Leergangen te Tilburg (MO a tekenen) en aan de Jan van Eijck Academie te Maastricht (MO b tekenen); later heeft zijn nog gestudeerd aan de Nieuwe lerarenopleiding 'de Witte Leli' te Amsterdam.
Sinds 1995 is zij verbonden aan de school in Losser, na een korte periode gewerkt te hebben in twee Enschedese locaties van het Bonhoeffer College.
Peter Jansen - Derwisj
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Losser
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Derwisj
Techniek/materiaal : Een bronzen open sculptuur op een granieten voet
Afmeting : 50 cm doorsnede; het granieten voetstuk meet 7 cm x 7 cm x 10 cm
Plaats : In de hal boven de balie
Kunstenaar : Peter Jansen
Datering : 2000

Geschiedenis:
Bij het afscheid van het Jacobuscollege (nu Bonhoeffercollege) en de overgang naar het Twents Carmel College in 2000 heeft de schoolleiding van het Jacobuscollege de sculptuur cadeau gedaan. (Op de sokkel zit een plaatje: Jacobus College/ Locatie Losser/ 1995 - 2000)
 
Bijzonderheden:
Aangekocht bij Galerie Nijehove in Diepenheim. De sculptuur is aan de onderkant van een cirkel gesigneerd "P.J. 1/5" (1/5 betekent dat de kunstenaar vijf exemplaren van dit werk verkoopt en dat dit exemplaar het eerst vervaardigde ervan is.)
 
Peter Jansen
Peter Jansen (1956) heeft natuurkunde en wijsbegeerte gestudeerd waarna hij zich volledig is gaan wijden aan de beeldende kunst.
Zijn idee over transparantie, beweging, herhaling en variatie is de basis van zijn beelden waarin hij zoekt naar een uitgekiende balans. Zijn beelden vormen een nieuwe ruimte, bijna zonder zwaarte of materie.
Vanaf 1990 heeft Jansen geregeld tentoonstellingen gehad, oa. driemaal in Galerie Willy Schoots te Eindhoven, maar ook in Parijs, Macon, Düsseldorf en in Galerie Nijehove te Diepenheim.
Gooitzen de Jong - Kennisoverdracht
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Losser
Aard van het object : Reliëf
Voorstelling/titel : Kennisoverdracht
Techniek/materiaal : Brons
Afmeting : 90 cm x 70 cm
Plaats : Administratie
Kunstenaar : Gooitzen de Jong
Datering : 1961

Geschiedenis:
Geschiedenis: Het reliëf is in 1961 bij de oplevering van de school geschonken, naar verluidt, door de aannemer, de firma Bulthuis. Bij die firma is daarvan geen documentatie aanwezig.
Het reliëf was toen geplaatst in een buitenmuur van de school. Toen de school in 1973 is uitgebouwd is het werk daardoor zonder verplaatsing binnen terechtgekomen.
 
Bijzonderheden:
Het reliëf toont twee figuren. Rechts vanuit de toeschouwer gezien een meisjesfiguur met een korf of tas in haar linkerhand en ook rechts iets in haar hand of onder haar arm. Links staat een veel grotere vrouw, die iets op haar hoofd draagt dat zij met haar linkerhand vasthoudt.
In een winkelcentrum van Amersfoort is ook een afgietsel van dit brons aanwezig; daar heet het 'Winkelende vrouwen'. Deze titel komt aanmerkelijk dichter bij de afbeelding dan de titel 'Kennisoverdracht', waaronder het reliëf in de school bekend staat. Wellicht is het exemplaar in Amersfoort het afgietsel dat past bij de oorspronkelijke opdracht.
 
Gooitzen de Jong
Gooitzen de Jong (Enschede 1932 - Enschede 2004) studeerde van 1950 tot 1952, als eerste leerling, aan de AKI (onder anderen bij Aldo van Eyck) en aan de Rijksacademie in Amsterdam bij Esser van 1952 tot 1957. Daarna maakte hij studiereizen naar Italië en Frankrijk.
Sinds 1958 was De Jong werkzaam als zelfstandig beeldhouwer; hij werkte in klei, gips, brons, hout en hardsteen. Daarnaast maakte hij tekeningen, aquarellen en schilderijen en gaf beeldend vorm aan architectonische ruimtes.
In 1962 werd hij op initiatief van burgemeester Thomassen benoemd tot stadsbeeldhouwer van Enschede; na vijftien jaar trad hij als zodanig terug. Hij had intussen de stad Enschede verfraaid met beelden als De Trommelslager en Leda en de zwaan.
In opdracht vervaardigde bronssculpturen heeft hij verder geplaatst in o.a. Amersfoort, Utrecht, Den Haag, Losser, Borne en Deventer.
De Jong exposeerde, vaak in groepsverband, onder andere in het Stedelijk Museum te Amsterdam, op de Biënnale van Parijs 1962, op de Achtste Biënnale van Middelheim Antwerpen, op Sonsbeek '68 te Arnhem, in het Provinciaal Museum Zwolle in 1980 en in 2001 in Zutphen.
In 1956 ontving hij de Gerard Terborchprijs, in 1957 de zilveren medaille en in 1959 de gouden erepenning van de Prix de Rome en tenslotte in 1985 de Charlotte van Pallandt-prijs.
De Jong was van 1972 tot 1984 docent beeldhouwen en van 1989 tot 1997 docent tekenen aan de avondopleiding van de AKI en van 1983 tot 1990 docent beeldhouwen aan de dagopleiding van de Academie Minerva te Groningen.
In de laatste periode van zijn leven heeft hij een oeuvre als kunstschilder opgebouwd. Een selectie van zijn tekenwerk is opgenomen in de collectie van het Rijksprentenkabinet te Amsterdam.

Twentscarmel college, Lyceumstraat, Oldenzaal

August Falise - De Zalige en de Historicus
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Twee portaalbeelden
Voorstelling/titel : De Zalige en de Historicus
Techniek/materiaal : Bentheimer zandsteen
Afmeting : 160 cm x 70 cm
Plaats : De beelden staan aan weerszijden van de oude hoofdingang
Kunstenaar : August Falise
Datering : 1923

Geschiedenis:
"Prof. dr. Titus Brandsma O. Carm., die samen met oud-burgemeester Bloemen de grondslag heeft gelegd voor ons Lyceum, heeft aan zijn vriend August Falise de opdracht gegeven deze twee Carmelieten in steen te houwen en bij de ingang te plaatsen, als een symbool van gevoel voor schoonheid en van wetenschappelijke arbeid, voor allen die als docent of discipel hier ooit zouden vertoeven." Aldus de karmeliet pater M. Gemmeke op blz.141 van "Peperbak, uitgave van het Twents Carmellyceum te Oldenzaal ter gelegenheid van zijn vijftigjarig bestaan, september 1973."
 
Bijzonderheden:
De twee sculpturen verbeelden twee Karmelieten: het linker, met opgeheven hoofd, stelt de zalige Baptista Mantuanus voor; het rechter, in een boek lezend, stelt de historicus Joannes a Leydis voor.
 
Baptista Mantuanus
Baptista Mantuanus (Battista Spagnoli 1447- 1516) was een zeer begaafd karmeliet uit Noord Italiė. Vooral zijn literair talent werd bekend in de hele Orde, maar ook daarbuiten. Hij behoorde tot de kopstukken van het Humanisme van de 16de eeuw, vooral om zijn "Bucolica seu adolescentia in decem aeglogas divisa" (Herderszang of Lied op de jeugd [ d.w.z. 15 - 30 jaar] verdeeld over tien kortere zangen).
Erasmus van Rotterdam en andere tijdgenoten noemden hem de "christelijke Virgilius". De invloed van de poėtische werken van Baptista is zeer groot geweest, in het bijzonder in de Engelse literatuur. Shakespeare citeert enkele verzen van hem in "Love's Labour's Lost"; John Milton imiteert hem in zijn "Ode on the Morning of Christ's Nativity".
Ook op kerkelijk theologisch terrein was Baptista Mantuanus een autoriteit, zich bewust van het verval en de corruptie in de kerk . In " De moribus curiae romanae" schreef hij hierover en riep op tot hervorming. In 1489 hield hij hierover een vlammend betoog in de Vaticaanse basiliek St.Pieter aan het adres van paus Innocentius VIII en de kardinalen. Luther citeerde hieruit om zich op zijn gezag te beroepen in zijn strijd met 'Rome'. In 1571 werd in Neurenberg een "Anthologia sententiosa collecta ex operibus Baptistae Mantuani" gepubliceerd, waaruit protestanten concludeerden dat deze karmeliet een voorloper was van de Duitse hervormer.
In de Orde van de Karmel werden aan Baptista Mantuanus al vroeg verantwoordelijke zaken opgedragen. Hij was meerdere keren prior en in 1483 werd hij de hoogst verantwoordelijke in de binnenordelijke hervormingsbeweging van de Congregatio Mantuana, totdat hij in 1513 werd gekozen tot prior generaal van de hele Orde. Als zodanig werd hij uitgenodigd deel te nemen aan het vijfde Concilie van Lateranen. In 1515 ontving hij van paus Leo X een speciale missie om vrede te stichten tussen de koning van Frankrijk en de hertog van Milaan.
 
Joannes a Leydis
Over het leven van Joannes Gerbrandsz. a Leydis (gestorven in 1504) is weinig bekend.
Waarschijnlijk was hij afkomstig uit Leiden. Zijn geboortejaar is onbekend. Hij sloot zich aan bij de karmelieten in Haarlem waar prior generaal Joannes Soreth in 1455 een striktere observantie (dwz een strengere naleving van de kloosterregels) invoerde. Zelf was Joannes daar ook lange tijd subprior en prior. Hij werd in 1479 gezonden naar het Friese klooster van Woudsend (bij Sneek) om de kloostertucht te herstellen. Hij was een gewaardeerd en hoog geacht medebroeder.
Joannes verrichtte veel historische arbeid. Van hem zijn bewaard gebleven een "Chronicon Hollandiae" dat de geschiedenis vertelt van het graafschap Holland; volgens de historicus Jan Romein is deze pater daarmee de eerste in de Nederlanden die een werkelijk uitvoerige geschiedenis geschreven heeft. Ook schreef hij een kroniek over de abten van het (nog steeds bestaande) Benedictijnenklooster in Egmond.
 
 
August Falise
August Francois Henri Falise is geboren op 26 januari 1875 in Wageningen waar zijn van huis uit Franse vader een stucadoors- en terracottabedrijf had. Zijn opleiding tot beeldhouwer en medailleur volgde hij in Amsterdam aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten en daarna in Keulen bij Albermann. Later was hij leraar anatomisch tekenen en boetseren aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Bosch. Falise is op 7 januari 1936 in zijn geboorteplaats overleden.
Falise, die in de jaren twintig van de twintigste eeuw als een der grootste beeldhouwers van ons land gold, maakte behalve de beelden voor de Carmelscholen ook het standbeeld van de schilder Jeroen Bosch op de markt van 's Hertogenbosch, van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino (een geschenk van de paters Dominicanen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen bij haar oprichting in 1923; nu geplaatst bij de aula aan de Comeniuslaan op Heyendaal) en van de architect Pierre Cuypers in Roermond. Ook is hij de maker van het imposante beeld van de katholieke staatsman Herman Schaepman ( 1844 - 1903) dat sinds 1926 aan de rand van diens geboorteplaats Tubbergen staat, en van het beeld van Alfons Ariëns (1860 - 1928; de voorvechter van de katholieke arbeidersbeweging die zijn sociale arbeid in Enschede begon) dat het "Ariënscomite" in 1934 aan de stad Enschede schonk.
Jac Maris - Maria en Jozef
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Twee sculpturen
Voorstelling/titel : Maria en Jozef
Techniek/materiaal : Witbakkende klei, geëngobeerd en op betonnen sokkels
Afmeting : 150 cm x 35 cm; de sokkel 38 cm x 32 cm
Plaats : In het transept (de dwarsbeuk) van de vroegere kapel; het Mariabeeld staat links, het Jozefbeeld rechts vanuit de absis (het zogeheten 'priesterkoor', waar het (hoofd)altaar staat) gezien.
Kunstenaar : Jac Maris
Datering : 1933

Geschiedenis:
Zie onder bijzonderheden
 
Bijzonderheden:
Maria draagt haar kind op de linkerarm, over de rechter draagt zij een scapulier met de letters MR (Maria Regina) en het heraldisch teken van de Orde der Karmelieten; ook Jozef draagt zijn zoon op de arm - een zeldzame uitbeelding als pendant van een Mariabeeld met kind! - en Jezus heeft het wapen van de Orde der Karmelieten in zijn handen.
In 'Carmelrozen' ('Geillustreerd Maandschrift gewijd aan de vereering van Maria onder redactie van eenige paters Carmelieten') jaargang 22 (1933 - 1934) aflevering 4 staat onder een bescheiden foto van de twee beelden gezamenlijk het volgende bericht:
"Twee Nieuwe beelden
In de kapel van het Twentsch Carmellyceum te Oldenzaal, tevens kloosterkapel, zijn onlangs [ dus voor augustus 1933; AK] twee nieuwe beelden (± 1.60 M hoog in ivoorkleur) geplaatst, voorstellende: O.L. Vrouw van het H. Scapulier (Carmel Madonna) en St. Joseph, Voedstervader, Beschermer der H. Kerk en bijzondere beschermer der Carmelorde.
De beelden zijn geleverd door den Kunsthandel "Sier uw Huis" te Nijmegen en naar aanwijzingen van Prof. Dr. T. Brandsma, O. Carm. te Nijmegen, door den kunstenaar Maris te Malden bij Nijmegen ontworpen en vervaardigd. Deze heel bijzondere "Carmel Madonna" en ["]Carmel-Joseph" zijn als passende pendanten werkelijk 'n sieraad in de stijlvolle kapel, die aan O.L. Vrouw van den Berg Carmel is toegewijd."
 
Jac Maris
Walter Jacques Maris (Maagdenburg 1900 - Nijmegen 1996) was de zoon van Jacob Maris, de oudste van de drie gebroeders Maris van de Haagse School. Hij studeerde in Kleef, Düsseldorf, München, Londen en Parijs en aan de academie van Arnhem. Tot 1924 verbleef hij in Wenen om zich daarna in Nijmegen te vestigen. Vanaf 1969 woonde en werkte hij in Heumen bij Nijmegen.
Maris was beeldhouwer en tekenaar; hij werkte onder andere met brons, steen, majolica en terracotta.
Maris, in de jaren dertig katholiek geworden, heeft veel religieuze kunst gemaakt. Zijn goede relatie met de geestelijkheid, vooral de Dominicanen maar ook de Karmelieten, heeft daartoe zeker bijgedragen. Vooral in kerken en klooster in en om Nijmegen is veel werk van hem te vinden. Hij maakte bijvoorbeeld werk voor het (voormalige) klooster Albertinum van de Dominicanen in Nijmegen en de monumentale kruiswegstaties (reliëfs van geglazuurde baksteen) op de Kapelberg in Bergharen. Maris heeft ook de kruiswegstaties gemaakt in het processiepark van Bonifatius te Dokkum, dat mede door toedoen van Titus Brandsma al voor de Tweede Wereldoorlog is aangelegd. Onderbroken door de oorlog voltooide Maris deze creatie eerst in 1949. (Sinds juni 2004 staat in dit park een in brons gegoten monument voor Titus Brandsma, gemaakt door de Friese beeldhouwster Natasja Bennink in opdracht van het bisdom Groningen. Zie het mooie boekje (met DVD) Theo van Egeraat (red.), Bezielde klei. Inspiraties in woord en beeld rond het ontstaan van een monument voor Titus Brandsma door Natasja Bennink. Uitg. theOart, Groningen, 2004. ISBN 90-809050-1- 1).
Over Maris bestaat (nog) geen monografie, maar in Heumen (Looistraat 57) is het atelier waar hij zo'n zeventig jaar gewerkt heeft, heringericht tot het Jac Maris Museum. Aldaar is veel documentatie te vinden, vooral uit latere jaren, als mede een groot aantal sculpturen, keramische plastieken en een selectie van (intussen gerestaureerde) tekeningen uit zijn nalatenschap.
Jan Schoenaker - Zeven taferelen uit het leven van Maria
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Zeven ramen
Voorstelling/titel : Zeven taferelen uit het leven van Maria
Techniek/materiaal : Gebrandschilderd glas in lood
Afmeting : Elk raam meet 100 cm x 80 cm
Plaats : In de absis van de vroegere kapel
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1945

Geschiedenis:
De ramen zijn gemaakt in opdracht van de paters Karmelieten; Schoenaker zelf denkt nu achteraf dat er een relatie is geweest tussen het verlenen van de opdracht en het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Zeven taferelen uit het leven van Maria
1. Het bezoek van de engel Gabriël aan Maria volgens Lucas 1, 28 De engel trad bij haar naar binnen en zei: "Ik groet u, gezegende, de Heer is met u."
2. Het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabet volgens Lucas 1, 40 Zij ging het huis van Zacharias binnen, en begroette Elisabet.
3. De geboorte van Jezus volgens Lucas 2, 6 - 7 Terwijl ze daar waren, kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerste kind; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf.
4. Het bezoek van de drie koningen volgens Matteüs 2, 11 Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria. Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven Hem goud, wierook en mirre als geschenk.
5. Jezus teruggevonden in de tempel volgens Lucas 2, 46 - 47 Pas na drie dagen vonden ze Hem in de tempel; Hij zat er midden tussen de rabbi's, luisterde naar hen en stelde hun vragen. Allen die Hem hoorden, stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden.
6. De ontmoeting van Maria met Jezus op zijn kruisweg volgens Lucas 23, 27 - 28 Een grote massa mensen volgde Hem; er waren vrouwen bij, die om Hem rouwden en treurden. Jezus draaide zich om en zei tegen hen: "Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om Mij, huil liever om uzelf en om uw kinderen."
7. De tenhemelopneming van Maria. In geen van de evangeliën wordt daarvan verteld; toch is het waarschijnlijk het oudste Mariafeest op de katholieke kerkelijke kalender: zoals van alle andere heiligen van de eerste christelijke tijden het sterven werd herdacht, wilde men ook het sterven van Maria herdenken en verbeeldde dat als een glorievolle tenhemelopneming.
 
Bijzonderheden:
De ramen beelden zeven taferelen uit het leven van Maria uit. Deze worden hierna kort beschreven, in de volgorde waarin de ramen van links naar rechts in de kapel zijn aangebracht.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Een kruisweg en andere religieuze schilderingen
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Vijf muurschilderingen
Voorstelling/titel : Een kruisweg en andere religieuze schilderingen
Techniek/materiaal : Wandschildering met "Keimse" verf geschilderd
Afmeting : De afzonderlijke voorstellingen van Jozef, de verrezen Christus, Theresia en Maria meten steeds 85 cm x 275 cm;
de kruisweg meet 85 cm x 1120 cm per zeven staties (de staties zijn per wand als een geheel afgebeeld)
Plaats : De fresco's vormen, in de volgorde zoals ze hiervoor zijn benoemd, in hun geheel als het ware een band (gezien vanuit de absis) van rechts voor in het transept langs de wand van de beuk via de achterwand tot links voor in het transept; de voorstellingen van Christus en Theresia bevinden zich op de achterwand, rechts resp. links van de ingang van de (vroegere) kapel; de twee keer zeven kruiswegstaties liggen tegenover elkaar evenals de fresco's van Jozef en Maria.
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1945

Geschiedenis:
Gemaakt in opdracht van de paters Karmelieten; er is waarschijnlijk, denkt Schoenaker achteraf, een relatie tussen de opdrachtverlening en het einde van de Tweede Wereldoorlog.
 
Bijzonderheden:
De schilderingen omvatten in hun geheel, gezien vanuit het priesterkoor van rechts voor via de achterwand naar links voor: een afbeelding van Jozef, de vader van Jezus; zeven staties van de kruisweg; een schildering van de verrezen Christus die wijst op zijn met doornen omkranste hart; een voorstelling van Theresia van het Kind Jesus; de zeven overige staties;een schildering van Maria, de moeder van Jezus.
In de fresco van Jozef staan momenten uit zijn leven afgebeeld met vermelding van de deugden die hij daarbij getoond heeft : obedientia (gehoorzaamheid), justitia (rechtvaardigheid), fidelitas (trouw) en prudentia (voorzichtigheid); bovenin staat geschreven "Sancte Joseph protector noster protege nos semper" (Heilige Jozef, onze beschermer, bescherm ons altijd).
Bovenin het Maria-fresco staat een, niet meer helemaal goed leesbare, variant van de bede die ook in de wandschildering in de hal van Maria met kindje Jezus figureert: "[Sicut tu?] veste tua indutos pariter virtutibus orna" (Versier degenen die uw kleed dragen met deugden op dezelfde wijze als gij gekleed zijt)
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Artes liberales
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Zeven ramen
Voorstelling/titel : Artes liberales
Techniek/materiaal : Gebrandschilderd glas in lood
Afmeting : 100 cm x 25 cm
Plaats : Trappenhuis; boven het fresco
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1948

Geschiedenis:
De opdracht is Schoenaker verleend bij gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de school.
 
Artes liberales
De zeven vrije kunsten ("artes liberales") is een stelselindeling van menselijke kennis die stamt uit de klassieke oudheid. Ze betreffen de kennis die niet gericht is op het noodzakelijke levensonderhoud, in tegenstelling tot de "artes mechanicae" zoals bijvoorbeeld de kookkunst (ars coquinaria). Vanaf de twaalfde eeuw diende het schema van de artes liberales niet alleen als classificatie van menselijke kennis maar ook als leerplan van de middeleeuwse universiteiten, later ook van de zogeheten Latijnse scholen. Martianus Cappella stelde in de vijfde eeuw de vrije kunsten voor als vrouwen met ieder eigen attributen; zijn verbeelding domineerde heel lang in de beeldende kunst.
Bijzonderheden:
In de ramen zien we van links naar rechts Grammatica, Dialectica, Rhetorica, Arithmetica, Musica, Geometrica, Astronimica.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Maria met het kindje Jezus op haar schoot
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Muurschildering
Voorstelling/titel : Maria met het kindje Jezus op haar schoot als centrum van het geestelijk en maatschappelijk leven
Techniek/materiaal : In natte kalk geschilderd
Afmeting : Het fresco heeft een parallellogram als grondschema; de basis ervan (inclusief de "uitlopers" op de zijmuren) meet 850 cm, de hoogte 400 cm
Plaats : In het trappenhuis bij de oorspronkelijke hoofdingang
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1948

Geschiedenis:
De opdracht is verleend ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de school.
 
Bijzonderheden:
Het werk is getekend "Jan Schoenaker 1948"
Maria zit met haar kind Jezus op schoot, met Plechelmus aan haar rechter zijde en Titus Brandsma aan haar linker zijde, en omringd door heiligen en profeten ; dit alles weer omrankt door (dichter bij het centrum) voorstellingen van het kloosterleven en (meer naar buiten) het leven in de maatschappij daarbuiten; vlak boven het grote vlak van het fresco bevinden zich zeven glas in lood ramen; daarboven is, weer in fresco, de tekst "Veste tua indutos virtutibus orna" aangebracht; de tekst, waarschijnlijk een passage uit een Middeleeuwse Maria-hymne, betekent: "Versier hen die gehuld zijn in uw kleed, met deugden."; met "het kleed" wordt geduid op het scapulier van de Karmelorde.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Herinnering aan Titus Brandsma
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Raam
Voorstelling/titel : Herinnering aan Titus Brandsma
Techniek/materiaal : Gebrandschilderd glas in lood
Afmeting : Het geheel meet 400 cm x 200 cm; het zijn acht ramen van 100 cm x 100 cm;
Plaats : Boven de toegangsdeur van de nieuwe hoofdingang
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1999

Geschiedenis:
Het raam is een geschenk van leerlingen, oud-leerlingen en ouders bij het 75-jarig bestaan van de school.
 
Bijzonderheden:
Bovenin het hoogste linker raam staat als signatuur "Jan Schoenaker pictor * 3 - 4 - 23"; daaronder staat "Will van Dorst rector * 7- 7 - 38" daaronder "1982 - 1999" (de periode van het rectoraat van Van Dorst); tussen de beide geboortedata in staat "Roosendalensis" (verwijzing naar de plaats Roosendaal (N.Br.), waar kunstenaar en rector beiden geboren zijn).
Het onderste linkerraam herinnert aan de geboorte van Anno Sjoerd Brandsma in het Friese Oegeklooster op 23 februari 1881. De drie ramen erboven tonen Brandsma in het habijt van de Karmelieten met vermelding van de datum van zijn intrede (7 - 10 - 1898) in het klooster van Boxmeer; het raam toont verder het wapen van de Orde der Karmelieten; de spreuk Zelo zelatus sum Domino Deo excercitus en een roos met de tekst "Carmel rozen" ernaast ("Carmel rozen" was een religieus tijdschrift van de Karmelieten; Titus Brandsma was hiervan lange tijd hoofdredacteur). Terwijl bovenin links het Karmelklooster van Boxmeer te zien is, bevat het bovenste raam rechts als beeldrijm de tekening van het Twents Carmel Lyceum in aanbouw en daaronder (in het volgende raam) het jaartal 1923 en de figuren van de stichters Titus Brandsma , burgemeester Bloemers en architect J. Zwanikken uit Nijmegen. De twee overige ramen beelden het verblijf en de dood van Titus Brandsma uit in het concentratiekamp Dachau met vermelding van zijn sterfdatum 1942 26 - 7;
 
Titus Brandsma
Titus Brandsma is als Anno Sjoerd Brandsma in 1881 geboren in het gehucht Oegeklooster bij Bolsward in een vroom boerengezin (vijf van de zes kinderen werden kloosterling). Op elf jarige leeftijd ging hij naar het kleinseminarie van de paters Franciscanen in het Brabantse Megen. In 1989 trad hij in, niet bij de Franciscanen maar bij de Karmelieten in Boxmeer en nam de kloosternaam Titus aan: de naam van zijn vader. Zijn keuze voor de Karmelieten werd mede ingegeven door hun aandacht voor de mystieke kant van het geloofsleven.
In 1905 is Titus Brandsma priester gewijd. Na een studie aan de Gregoriaanse Universiteit te Rome werd hij in 1923 benoemd tot hoogleraar aan de nieuw opgerichte Katholieke Universiteit van Nijmegen, met als leeropdracht de geschiedenis van de wijsbegeerte en de mystiek, in het bijzonder de Nederlandse mystiek. Als hoogleraar was hij meer de docent die anderen wil inwijden in de wetenschap dan de onderzoeker die grenzen van de kennis zoekt te verleggen. Dat spreekt ook uit zijn vele journalistieke activiteiten: hij schreef in de landelijke katholieke dagbladen De Maasbode en De Tijd en in het regionale Ons Noorden; hij had een vaste rubriek in het dagblad De Gelderlander en schreef jarenlang wekelijks over sociale en politieke onderwerpen in de krant De stad Oss.
De wetenschappelijke verdienste van Titus Brandsma is tweeërlei. Hij heeft bijgedragen aan de herontdekking van de "Moderne Devotie", een beweging van eigentijdse innerlijke vroomheid, rond 1375 ontstaan door Geert Groote (1340 - 1384), die het verval van de kerk scherp hekelde. In de tweede plaats heeft Brandsma een systematische verzameling van geestelijke teksten uit de Middelnederlandse literatuur aangelegd, nu bekend als de "Brandsma collectie" en bewaard in het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen. In de herfst van 1932 spreekt hij als rector magnificus van de universiteit een opmerkelijk diesrede uit: Het Godsbegrip. Hierin manifesteert hij zich eens te meer als iemand die de kracht van het katholicisme in zijn land niet primair zoekt in het organisatieleven (zoals toen nog gebruikelijk) maar in een doorleefde relatie van het individu met God.
Titus Brandsma heeft zich, zoals bekend, ook sterk gemaakt voor katholiek voortgezet onderwijs. In 1923 resulteert zijn bemoeienis in de stichting van het Carmelcollege te Oss, dat later naar hem het Titus Brandsmalyceum is genoemd. In het zelfde jaar komt mede door zijn toedoen in Oldenzaal de eerste katholieke school voor voortgezet onderwijs in Twente tot stand: het Twents Carmel Lyceum. Van de spoedig daarna opgerichte bond van besturen van RK scholen voor voortgezet onderwijs wordt hij in 1925 voorzitter en blijft dat tot zijn dood in 1942. Brandsma's aanleg en interesse voor de journalistiek werd in 1935 voor de aartsbisschop aanleiding hem te benoemen tot geestelijk adviseur van de katholieke journalistenvereniging.
In die beide functies, voorzitter van de schoolbestuurders en adviseur van de journalisten, treedt hij op de voorgrond wanneer de Duitse bezetter de vrijheid van onderwijs en de persvrijheid steeds meer bedreigt. Vooral zijn verdediging van de vrije pers brengt de Nazi's ertoe om Titus Brandsma gevangen te nemen (januari 1942). Via het doorgangskamp Amersfoort en de strafgevangenis in Kleef wordt de karmeliet in juni naar het concentratiekamp van Dachau gestuurd. Daar bezwijkt hij onder de terreur van het kampregime op 26 juli 1942; daags daarna is zijn lichaam gecremeerd.
 
De spreuk Zelo zelatus sum
Deze tekst is onvolledig. Er had moeten staan "Zelo zelatus sum pro Domino Deo exercituum". Dit is een citaat uit het Eerste Boek der Koningen 19, vers 10. De profeet Elia hoort op de berg Horeb in een zacht ruisen van de wind Gods aanwezigheid en een stem die hem vraagt waarom hij daar gekomen is. Het citaat is het begin van zijn antwoord: "[Ik ben hier omdat] ik mij met al mijn ijver heb ingezet voor de Heer, de God van de machten."
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Herman Lamers - Kop noch staart; een labyrintische schoolbank
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Lyceumstraat
Aard van het object : Installatie als ruimtelijke vormgeving met diverse elementen: een grote aaneengesloten zitbank, twee beelden, elf bakken met bomen en vijf prullenbakken
Voorstelling/titel : Kop noch staart; een labyrintische schoolbank
Techniek/materiaal : Op een 10 cm hoog plateau, dat belegd is met grote natuurstenen tegels (150 cm x 150 cm) is één grote "labyrintische" zitbank gemonteerd van sterke kunststof; in de bank zijn de grote potten opgenomen waarin de bomen zijn geplaatst en op dezelfde manier de prullenbakken; de zitbank is helder blauw; op de lengteas van de bank staan twee bronzen sculpturen, twee pubermeisjes, elk 160 cm hoog.
Afmeting : 40 meter x 12 meter
Plaats : Op de binnenplaats van de school
Kunstenaar : Herman Lamers
Datering : 2004

Geschiedenis:
De opdracht is verstrekt naar aanleiding van het gereedkomen van de uitbouw van de school; financiering door de Mondriaan Stichting en de Provincie Overijssel ter aanvulling van het bedrag dat bijeengebracht is door de school zelf, de leerlingen en ouders en sponsoren
 
Bijzonderheden:
De titel "Kop noch staart" associeert fraai dubbelzinnig: de zitbank kent door de geslotenheid ervan begin noch einde; bovendien, de sculptuur van één van de meisjes staat op zijn kop en de kop is in het voetstuk verdwenen; van de andere sculptuur zijn de voeten (geen staart maar toch .. ) in het voetstuk "verdwenen". Het patroon is volgens informatie van Lamers geïnspireerd op een oude doolhof in Choisy-le-Roy (Fr.) dat in de vorm overeenkomsten heeft met de dwarsdoorsnede van een menselijk torso.
 
Herman Lamers
Herman Lamers (Bussum 1954) heeft in de jaren 1975 - 1981 gestudeerd aan de Academie Minerva te Groningen. Al het jaar na zijn afstuderen had Lamers een solotentoonstelling in het Groninger Museum, het begin van een lange reeks van (solo- en groeps)tentoonstellingen, opdrachten en bijzondere activiteiten, die getuigt van zijn grote creativiteit en energie. Een overzicht ervan en een toelichting op zijn werkwijze en concepten geeft Lamers op zijn informatieve website (www.hermanlamers.nl) waaraan hier een en ander ontleend wordt met het accent op wat voor de hier beschreven installatie interessant is.
Na zijn opleiding heeft Lamers vijftien jaar installaties gemaakt in allerlei leegstaande gebouwen, waarin hij zijn reactie gaf op de historische, architectonische of anekdotische aspecten van het gebouw of de plek. Na de presentatie werden de beelden afgebroken en het gebouw verlaten. Daarnaast maakte hij installaties in expositieruimtes, galeries en musea. In die installaties trachtte hij een sterke verbondenheid met de ruimte te leggen terwijl hij toch een beeldtaal gebruikte met een autonome en onpersoonlijke signatuur.
Sinds 1990 zijn beelden voor gebouwen en openbare ruimtes voor Lamers steeds belangrijker geworden. De permanente passieve of veranderende aanwezigheid van deze beelden is voor Lamers een belangrijk uitgangspunt. Hij accentueert daarbij graag de onbeweeglijkheid en de plaats van het beeld. Door mensbeelden of dierfiguren nadrukkelijk (bijvoorbeeld pathetisch, ongelukkig of dominant) op een centrale plek neer te zetten ontstaat een grote identificatie van de beschouwer met het beeld.

Twents Carmel College, Potskampstraat, Oldenzaal

Jan Schoenaker - Les Sables d'Olonne
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Raam
Voorstelling/titel : Les Sables d'Olonne
Techniek/materiaal : Gebrandschilderd glas in lood
Afmeting : Het zijn negen ramen met als totale afmeting 350 cm x 185 cm
Plaats : Vrij staand in de kluisjeshal
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1965

Geschiedenis:
Het werk is in het kader van de percentageregeling gemaakt voor de nieuwbouw van de (lagere) Paulusschool aan de Schapendijk in Oldenzaal; toen deze school werd afgebroken, heeft de gemeente het raam opgeslagen en in 2003 in de locatie Potskampstraat laten plaatsen
 
Bijzonderheden:
In het raam links onder staat "Jan Schoenaker me fecit 1965 restaurat 1996".
De kunstenaar heeft naar eigen zeggen de inspiratie voor dit raam ontleend aan een vakantie met zijn gezin bij de West-Franse kust- en badplaats Les Sables-d'Olonne. In de ramen zijn impressies van strandleven afgebeeld, zoals een badmintonspeelster, een zwemster, strandvogels, een jongen tekenend in het zand; de jongen en het meisje staan voor de beide kinderen van de kunstenaar.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Een zwevende figuur met bloem
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Muurdecoratie
Voorstelling/titel : Een zwevende figuur met bloem
Techniek/materiaal : Mozaïek
Afmeting : 60 cm x 180 cm
Plaats : Boven de tussendeuren van de entree naar de kluisjeshal
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1965

Geschiedenis:
Een gift van de kunstenaar bij de bouw van de school
 
Bijzonderheden:
Volgens zeggen van de kunstenaar waren sommige van zijn kunstbroeders van mening dat hij voor het honorarium dat hij kreeg in het kader van de percentageregeling, te veel gemaakt had; dat was voor hem reden nog iets meer te maken: dit mozaïek
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - De schepping
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Raam
Voorstelling/titel : De schepping, verbeeld door bovenin een scheppende hand, de vier elementen, hemellichamen, vogels, vissen, bomen, planten en onderin levensgroot een mensfiguur die bezig is met de structuur der atomen
Techniek/materiaal : Gebrandschilderd glas in lood
Afmeting : Veertien ramen (zeven paarsgewijs, aansluitend boven elkaar) van elk 105 cm x 180 cm
Plaats : In het trappenhuis
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1965

Geschiedenis:
Het raam is gemaakt in het kader van de percentageregeling bij de bouw van de school
 
Bijzonderheden:
In het raam rechtsonder staat de signatuur "J.Schoenaker - 26 - Maart - '65"
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Petroesjka
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Muurschildering
Voorstelling/titel : Petroesjka
Techniek/materiaal : Muurschildering rechtstreeks op de bakstenen wand aangebracht
Afmeting : 400 cm x 1150 cm
Plaats : In de kantine van de school
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1965

Geschiedenis:
Gemaakt in het kader van de percentageregeling bij de bouw van de school
 
Bijzonderheden:
Het werk is, tamelijk links op de muur, gesigneerd en gedateerd "Jan Schoenaker 1965". In het archief van de school wordt de ontwerptekening bewaard: op een papierrol van 150 cm x 600 cm;
 
Petroeskja
Petroeskja (of Petruschka) is de Russische Pierrot of Jan Klaassen: een pop met een groot hart en een even grote onhandigheid om zich in het leven goed te handhaven.
Het bekende verhaal waaraan ook dit werk van Schoenaker refereert, is dat van Petroeskja die op de kermis in Sint Petersburg werkt, met links van hem een Moor en rechts van hem een ballerina. Hun baas is de Charlatan. Als die op een fluit blaast gaan de poppen dansen en maken zo de mensen blij. Maar Petroeskja wordt verliefd op de ballerina. Hij springt zijn hoogste, gekste sprongen voor haar, maar ze keert zich van hem af. Ze valt niet op hem, maar op de Moor, die beheerst is en deftig. Ze laat zich door de Moor verleiden. Petroeskja betrapt hen daarbij. Dat leidt tot een gevecht tussen de beide rivalen waarbij de Moor Petroeskja dood steekt.
In de muziek is Petroeskja onsterfelijk geworden door de van oorsprong Russische, maar Amerikaan geworden componist Igor Strawinsky (1882 - 1971). Hij begon in 1910 aan een stuk voor piano waarin de piano voortdurend wordt belaagd door de andere instrumenten. De piano werd de pop Petroeskja, de onsterfelijke en ongelukkige held van elke kermis. Sergej Diaghilev, de beroemde impresario van de spraakmakende balletgroep in Parijs Ballets Russes, was geestdriftig over het idee van een poppenballet in een Russisch decor. Hij gaf daartoe opdracht aan de decorontwerper Benois en aan choreograaf Michel Fokine. In juni 1911 ging het ballet Petroeskja in première, met Vaslav Nijinski in een legendarisch geworden vertolking van de rol van de pop met het te grote hart.
Sindsdien hebben heel veel dansers deze rol vertolkt. De houterigheid van de pop moeten ze compenseren met drama en mime.
Petroeskja heeft allerlei symbolische interpretaties gekregen, zelfs als symbool voor de ziel van de mens. Maar hij is vooral het beeld van de sullige goeierd gebleven, de tragische grapjas met wie het goed gaat zolang hij zich erin schikt dat zijn omgeving niet meer doet dan hem dulden en om hem lachen.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Jan Schoenaker - Welvaart
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Reliëf
Voorstelling/titel : Links een staande man aan het werk met een tang; hij zet het kamwiel der techniek in beweging, dat op zijn beurt de zon van de welvaart in beweging zet; rechts een zittende vrouw met een harp en bloem, die omgeven is door de zon van de welvaart.
Techniek/materiaal : Scrafito; gekleurde lagen cement
Afmeting : 400 cm x 1100 cm; de dikte van de lagen cement varieert en is maximaal 4 cm
Plaats : Voorgevel van zijgebouw (gymnastieklokaal), gelegen aan de Potskampstraat
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1965

Geschiedenis:
Het werk is gemaakt in het kader van de percentageregeling bij de bouw van de school in 1965
 
Bijzonderheden:
Het reliëf is rechts, op ongeveer 200 cm hoogte, gesigneerd: "Jan Schoenaker '66". De kleuren zijn op het moment van inventarisatie (juni 2004) sterk vervaagd; de schoolleiding heeft het voornemen tot restauratie.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.
Nelleke Op de Coul en Cees Willemsen - Kubussen met zwerfvuil
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Kubussen met zwerfvuil
Techniek/materiaal : Vier kubussen van respectievelijk hout, gepolijst metaal, baksteen en perspex (deze materialen verwijzen naar de afdelingen van de school) met in of op de kubussen bronzen voorwerpen, respectievelijk een banaan, een drankblikje, een half opgegeten appel, een "plastic" drinkbekertje en chocoladereep
Afmeting : Elke kubus meet 40 cm x 40 cm x 40 cm; die van plexiglas is ingesneden en als het ware ingegroeid in een pilaar; de drie overige staan ieder op een eigen voetstukje van 5 cm x 30 cm x 30 cm
Plaats : In de entreehal van de school
Kunstenaars : Nelleke Op de Coul en Cees Willemsen
Datering : 1997

Geschiedenis:
Het werk is een cadeau aan de school van ouders en oud-personeelsleden bij het vijftigjarig bestaan van de school
 
Nelleke Op de Coul
Nelleke Op de Coul (Maastricht 1951) studeerde aan de Academie Sint Joost te Breda keramiek en vrije vormgeving in de jaren 1970 - 1976. Daarna studeerde zij nog een jaar aan de AKI te Enschede, waar Johan van Loon toen haar (gast)docent was. In de loop van de jaren is zij zich meer op het vrije schilderen gaan richten en heeft tenslotte haar keramische werk geheel gestaakt.
Cees Willemsen
Cees Willemsen (Enschede 1952) heeft zijn opleiding tot beeldhouwer genoten aan de Rijksacademie in Amsterdam van 1970 tot 1976, waar vooral Eric Claus veel voor hem betekend heeft. Daarna heeft hij nog zo'n twee jaar gewerkt met en geleerd van Hubert van Lidth in Edam. Daarna is hij teruggekeerd naar Enschede.
Cees Willemsen heeft niet veel geëxposeerd; hij heeft wel veel in opdracht gewerkt, ook voor zijn eigen gemeente Enschede, dat in het centrum door drie beelden van hem gesierd wordt (De straatmuzikant 1979, Vergankelijkheid 1988, Samenspraak 1992)
Alwie Oude Aarninkhof - Ruimtelijk object
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Ruimtelijk object
Voorstelling/titel : Zonder titel
Techniek/materiaal : Metaal met perspex
Afmeting : 900 cm x 300 cm (in stilstand); het object staat op en rust in een bakstenen sokkel van 85 cm x 175 cm x 180 cm
Plaats : In een plantsoen voor de hoofdgevel van het gebouw
Kunstenaar : Alwie Oude Aarninkhof
Datering : 1998

Geschiedenis:
Het werk is ontstaan op initiatief van de toenmalige directeur Schunselaar die geīntrigeerd was geraakt door werk van de kunstenaar dat hij in Enschede gezien had. Het project is vermoedelijk door de gemeente Oldenzaal gesubsidieerd
 
Bijzonderheden:
Een bericht in "De Twentsche Courant Tubantia" van 19 mei 1998 laat de kunstenaar aan het woord:" (..) Ik heb zelf het schaalmodel ontworpen. Voor de uitvoering heb ik een beroep gedaan op de leerlingen. Dit ontwerp past bij de vormgeving van het gebouw." Door de constructie (de hoge stellage kan naar beneden geklapt worden) kan het object door de school onderhouden worden: smeren, rubberen aandrijfriemen vervangen, de "zeilen" van plexiglas vervangen als die door een storm zijn beschadigd.
 
Alwie Oude Aarninkhof
Alwie Oude Aarninkhof (Hasselo, 1953) heeft eerst aan de Sociale Academie gestudeerd maar is later naar de AKI te Enschede gegaan, waar hij van 1979 tot 1984 ruimtelijke vormgeving en tekenen heeft gestudeerd en bovendien zijn onderwijsbevoegdheid heeft gehaald. Gooitzen de Jong heeft als docent het meest voor hem betekend. Oude Aarninkhof woont en werkt in Enschede.
Zijn werk omvat beelden van kunststof, tekeningen en vooral heel veel kinetische objecten zoals dat van het Twents Carmelcollege, die met behulp van wind of luchtverandering bewegen. De energie, de werveling en de richting van de wind zijn aspecten die Oude Aarninkhof in zijn werk wil zichtbaar maken. Hij zoekt naar "luchtige"speelse oplossingen binnen zijn gekozen concept; de keuze van materiaal en techniek vloeien daaruit voort. De op zichzelf vaak zware constructie heeft slechts een zuchtje wind nodig om elegant in beweging te komen.
Dergelijke objecten staan behalve in Oldenzaal in Goor, Ommen, Epe en een drietal in Enschede , namelijk aan de Boulevard 1945, in het Muziekcentrum en in het Wesselerbrinkpark (zijn hoogste sculptuur tot nu toe: dertien meter). Oude Aarninkhof heeft vaak deelgenomen aan beeldenroutes zoals die tussen Zwolle en Nordhorn en in Diepenheim.
LTS-leerling uit Rotterdam - Walvis
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Potskampstraat
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Walvis
Techniek/materiaal : Gegoten beton
Afmeting : 55 cm x 75 cm; het beeldje rust op een bakstenen sokkel van 40 cm x 30 cm x 50 cm
Plaats : Op de binnenplaats van de school in een plantsoentje
Kunstenaar : Een LTS-leerling in Rotterdam
Datering : Onbekend

Geschiedenis:
Het beeld is in 1981 geschonken door Greenpeace aan twaalf scholen die zich bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt bij een inzamelingsactie; een van die twaalf was de "NutsMavo" in Oldenzaal; bij de fusie van die Mavo met het toenmalige Marcellinus College in 1993 is het beeldje meeverhuisd.

Twentscarmel college, Thijlaan, Oldenzaal

Frans X Goossens - Een dansend paar
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Thijlaan
Aard van het object : Sculptuur
Voorstelling/titel : Een dansend paar
Techniek/materiaal : Bronzen beeld op een marmeren sokkeltje; het is geplaatst op een sokkel van natuursteen
Afmeting : De sculptuur zelf meet in zijn geheel 43 cm x 27 cm; het marmeren sokkeltje neemt daarvan 12, 5 cm x 10 cm x 10 cm in; de sokkel van natuursteen meet 70 cm x 25 cm x 25 cm; deze rust weer op een betonnen basis van 20 cm x 35 cm x 35 cm
Plaats : Buiten op een patio voor de leerlingen
Kunstenaar : Frans X Goossens
Datering : Onbekend

Geschiedenis:
Het beeld is gekocht en geschonken aan de schoolgemeenschap door het bestuur van de Oudervereniging De Thij ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de school in 1998; dat staat vermeld op een bronzen plaat op de natuurstenen sokkel
 
Frans X Goossens
Frans Goossens (Den Dungen 1945) studeerde Beeldende Vorming aan de Academie in Tilburg en Architectuur en Design aan de Hoge School voor de Kunsten in Utrecht. Hij gaf meer dan 20 jaar les in Beeldende Vorming en Kunstgeschiedenis aan PABO-studenten. Sinds 1989 is hij zelfstandig werkend kunstenaar.
Frans X. Goossens maakt bronzen beelden en architectonische ontwerpen Zijn bronzen plastieken verraden invloeden die hij opdeed tijdens reizen door Azië en Zuid-Amerika. Dansen als de lambada en de samba, maar ook het carnaval in Rio de Janeiro inspireerden hem tot de muzikale, levenslustige en dynamische beelden, die ook een Oosterse inslag hebben.
Het is niet gelukt om meer actuele informatie over Frans X. Goossens te achterhalen.
Jan Schoenaker - Flessenpost voor een zeemeermin
Instelling : Twents Carmel College
Locatie : Thijlaan
Aard van het object : Drie ramen
Voorstelling/titel : Flessenpost voor een zeemeermin
Techniek/materiaal : Glas in kunsthars en cement
Afmeting : (a) 60 cm x 60 cm; (b) 55 cm x 50 cm; (c) 50 cm x 45 cm
Plaats : In depot tot herplaatsing in de nieuw te bouwen school mogelijk is
Kunstenaar : Jan Schoenaker
Datering : 1978

Geschiedenis:
Gemaakt ter gelegenheid van het eerste lustrum van de school en/of ter gelegenheid van de voltooiing van een bouwfase; betaald door de school zelf.
 
Bijzonderheden:
De drie ramen verbeelden het volgende: raam a: flessenpost voor een zeemeermin (met brief; tekst onbekend); raam b: zeemeermin met zeepaardje; raam c: vrouw rijdend 'te vogel.'
De ramen zijn verwijderd van hun oorspronkelijke plaats bij de verbouwing van 1992.
 
Jan Schoenaker
Geboren in 1923 te Nispen (NBr.) verhuisde Schoenaker in 1925 naar Oldenzaal. Na zijn opleiding aan het Twents Carmellyceum was hij leerling van de Middelbare School voor Kunst en Kunstnijverheid in Arnhem (1941 -1944). Daar introduceerde docent en glazenier Henk van der Burgt hem in de wereld van kerkelijk glas in lood. In 1945 kreeg hij een opdracht voor zeven ramen en een kruisweg in de kapel van het Twents Carmellyceum. In 1947 ging hij met een Franse beurs naar de Ecole Supérieure des Beaux-Arts in Parijs, waar hij vooral kennis maakte met het fresco schilderen. Daarnaast volgde hij een cursus modeltekenen aan de "Grande Chaumière".
In 1948 kreeg hij de opdracht voor een fresco in de trappenhal van het Twents Carmellyceum: het begin van een stroom opdrachten, veelal voor scholen en kerken vooral in Twente, maar bijvoorbeeld ook voor de Sint-Bavokathedraal in Haarlem. Toen de kerkelijke opdrachten afnamen, legde hij zich meer toe op portretschilderen. In de jaren tachtig kreeg hij nog een grote opdracht voor een kerk in Canada waaraan hij drie jaar lang gewerkt heeft.
Schoenmaker bewonderde Limburgse glazeniers als Jonas, Eyck en Nicolas, met wier stijl de zijne verwantschap vertoont. Maar hij is ook lid geweest van de "Nieuwe Groep", een schildersbent van Twentse modernisten met o.a. Broezen, Holtrop, F. Haanstra Sr, Kleingeld en Hille. Van 1968 tot 1984 is hij als tekenleraar verbonden geweest aan het Twents Carmellyceum te Oldenzaal.